Telescoop Euclid klaar voor extreme omgeving in de ruimte
Met het succesvol testen van de telescoop en de instrumenten heeft de Euclid-missie van ESA een nieuwe mijlpaal in zijn ontwikkeling bereikt. De testen toonden aan dat de telescoop werkt en in de extreme omgeving van de ruimte de vereiste prestaties kan bereiken.
Euclid zal donkere energie en donkere materie onderzoeken. Hoewel deze niet direct te zien zijn door een telescoop, kan de aanwezigheid en invloed ervan worden afgeleid uit het observeren van de op grote schaal verspreide sterrenstelsels in het heelal.
Het is al lang bekend dat het heelal zich uitbreidt, omdat uit metingen van verre sterrenstelsels blijkt dat deze zich van ons af bewegen. De uitbreiding, in combinatie met de toename van kosmische structuren zoals superclusters van sterrenstelsels, wordt beïnvloed door donkere energie en donkere materie, maar wetenschappers hebben nog geen volledig inzicht in deze fenomenen.
Euclid zal met een ongekende nauwkeurigheid opnamen maken van miljarden sterrenstelsels op een afstand van tien miljard lichtjaren. Het onderzoek bestrijkt meer dan een derde van de hemel bij nacht (hemelbol). Deze metingen stellen astronomen in staat een beter begrip te krijgen van het verloop van de uitbreiding van het heelal en het groeitempo van kosmische structuren.
Euclid beschikt over twee instrumenten die zijn geleverd door twee consortia van Europese wetenschappelijke instellingen: de VISible-scanner (VIS) en de Near Infrared Spectrometer and Photometer (NISP). Beide instrumenten werden eind 2020 in de laadmodule van Euclid geïntegreerd door Airbus Defence and Space in Toulouse, Frankrijk. De module werd vervolgens in april van dit jaar naar het Centre Spatial de Liège (CSL) in België vervoerd.
In het CSL werd Euclid’s laadmodule gedurende 60 dagen verzegeld in een grote vacuümtank en onderworpen aan intensieve tests. Met deze tests wordt gecontroleerd of de telescoop en instrumenten werken zoals verwacht nadat alle onderdelen zijn geassembleerd en verbonden. Eventuele gebreken in het systeem moeten worden opgelost voordat Euclid in de ruimte wordt gelanceerd, waar fysieke reparaties onmogelijk zijn.
In de vacuümtank werd Euclid onderworpen aan gesimuleerde omstandigheden in een luchtledige ruimte en werd de constructie gekoeld tot -150oC, de temperatuur waaronder de telescoop zal werken als hij eenmaal in de ruimte is.
In de vacuümtank werd Euclid onderworpen aan gesimuleerde omstandigheden in een luchtledige ruimte en werd de constructie gekoeld tot -150oC, de temperatuur waaronder de telescoop zal werken als hij eenmaal in de ruimte is.
“We zijn heel blij met de resultaten van de tests, die hebben laten zien dat de telescoop in een prima staat verkeert”, zegt Alexander Short, Mission and Payload Manager voor Euclid.
“Bij de tests kwam een afwijking aan het licht die snel moest worden opgelost om vertraging in de planning te voorkomen. Er werd een ‘TIGER Team’ van ESA en deskundigen uit de sector gevormd. Het probleem bleek in de software te zitten en is inmiddels opgelost. We zijn blij dat we een in goede staat verkerende telescoop kunnen laten doorgaan naar de volgende testfase en de integratie met de rest van het ruimteschip.”
De volgende stap is het vervoeren van de laadmodule naar Thales Alenia Space in Torino, Italië, waar hij wordt geïntegreerd met de servicemodule om het uiteindelijke voltooide Euclid-ruimteschip te vormen. Euclid wordt vervolgens onderworpen aan nog een reeks acceptatietests waaronder mechanische tests en nog een thermische vacuümtest voor het geïntegreerde systeem.
Euclid wordt gelanceerd vanaf de Europese ruimtevaartcentrum in Frans-Guyana. met een lanceringstermijn die eind 2022 wordt opengesteld. Hij wordt in een baan gebracht op het Lagrangepunt tussen de zon en de aarde (L2), dat zich vanaf de zon gezien op 1,5 miljoen kilometer ‘achter’ de aarde bevindt.