Sterke Europese steun voor ruimtevaart om klimaatcrisis te bestrijden

Bijna negen van de tien ondervraagden zeiden dat het belangrijkste gebruik van de ruimte zou moeten bestaan uit het verzamelen van inzichten over klimaatverandering en het begrijpen van wat er op aarde gebeurt.

"Uit deze enquête blijkt dat de burgers van Europa een groot voorstander zijn van investeringen in de ruimte om het leven op aarde te verbeteren en dat er meer animo is voor een grotere ambitie voor de ruimtevaart in Europa. Nu de wereldleiders bijeenkomen voor de 27e VN-conferentie over klimaatverandering (COP27), willen de Europese burgers dat de ruimte nog meer wordt gebruikt om de klimaatverandering te monitoren en te beperken. We moeten nu handelen om de autonomie, het leiderschap en de verantwoordelijkheid van Europa in de ruimte te vergroten," zegt Josef Aschbacher, directeur-generaal van ESA.

Meer dan 21.000 inwoners van de 22 landen die lid zijn van ESA hebben gereageerd op de vandaag gepubliceerde enquête, die tussen 25 september en 6 oktober werd uitgevoerd door de enquêteurs Toluna en Harris Interactive.

Satellietgegevens onderbouwen meer dan de helft van de essentiële klimaatvariabelen die door het Global Climate Observing System van de VN zijn vastgesteld. De ruimte helpt wetenschappers, beleidsmakers en politieke leiders niet alleen bij het monitoren, begrijpen, modelleren en voorspellen, maar ook, en dit is van cruciaal belang, bij het optreden tegen door het klimaat veroorzaakte en andere crises.

De overgrote meerderheid zei dat de ruimte essentieel is om de menselijke kennis van het heelal te vergroten en om het leven op aarde te verbeteren door altijd en overal beschikbare verbindingen voor communicatie en navigatiesignalen te leveren.

De meeste Europeanen willen echter dat er in de toekomst meer nadruk wordt gelegd op het monitoren en beperken van de klimaatverandering, terwijl we tegelijkertijd doorgaan met het beter begrijpen van het heelal en blijven profiteren van door satellieten ondersteunde communicatie en navigatie.

Meer dan 80% van de respondenten zei ook dat Europa de ruimteactiviteiten zou moeten bundelen om te kunnen concurreren met andere ruimtevaartlanden, en dat de Europese ruimteactiviteiten onafhankelijk zouden moeten zijn van de beslissingen van andere grote spelers in de ruimtevaart.

De wens tot onderlinge samenwerking en onafhankelijkheid van de Europese ruimte is namelijk aanzienlijk toegenomen sinds de laatste enquête in 2019.

Van de respondenten in Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en het VK was ongeveer 84% voorstander van samenwerking om te concurreren met de Verenigde Staten, Rusland, China, India en Brazilië (een stijging van 14 procentpunten) en 81% zei dat de Europese ruimtevaartactiviteiten onafhankelijk zouden moeten zijn (een stijging van 17 procentpunten).

Wat betreft reizen in de ruimte, vinden de meeste mensen dat het opruimen van ruimtepuin de hoogste prioriteit heeft. Ongeveer 86% vond dat belangrijk, vóór het organiseren van een verkenningsmissie met robots naar Mars (77%), het stationeren van astronauten op de maan (71%) en het sturen van astronauten naar Mars (70%).

Het belang van ruimteverkenning is echter sterk toegenomen bij de bevolking sinds de enquête van 2019. De steun voor een robotverkenning van Mars steeg met 18 procentpunten onder respondenten in Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, terwijl de steun voor astronauten op de maan en op Mars met respectievelijk 18 en 16 procentpunten steeg.

De peiling werd gehouden in de aanloop naar de ESA-Raad op ministerieel niveau, die op 22 en 23 november in Parijs wordt gehouden. Op die vergadering zullen de lidstaten van ESA, de geassocieerde landen en de samenwerkende landen worden uitgenodigd om samen de Europese ruimtevaartambities te versterken en ervoor te zorgen dat de ruimtevaart in de behoeften van de Europese burgers blijft voorzien.