Het Proba-2 platform ziet sterren en slaagt voor zijn eerste gezondheidstest
In zijn tweede week in een omloopbaan heeft het Proba-2 ruimteplatform bewezen dat het in uitstekende gezondheid verkeert. Dus kunnen de technologie experimenten aan boord van de minisatelliet in werking worden gesteld. Proba-2 is een van de kleinste ruimtevaartuigen die ESA ooit de ruimte in heeft gebracht.
Toen ESA's levensgrote Soil Moisture and Ocean Salinity (SMOS) missie op 2 november naar de ruimte opsteeg op een Rockot lanceerraket, had hij een kleinere metgezel. Proba-2, die minder dan een kubieke meter volume heeft en slechts een vijfde van SMOS' massa, liftte mee.
Maar Proba-2 is net zo complex als een standaard missie – het is de tweede van de Proba (Project for Onboard Autonomy) satellietenserie die aan de Europese industrie de mogelijkheid tot goedkope vluchttests biedt. De satelliet draagt zeventien afzonderlijke technologische experimenten en vier wetenschappelijke instrumenten bij zich. Deze moeten allemaal zorgvuldig in werking worden gesteld, maar eerst moet gezorgd worden dat het ruimtevaartuig waar ze op meereizen stabiel is.
"Als eerste stap hebben we met succes de veilige modus van het platform getest, inclusief alle eenheden die onmisbaar zijn voor het platform," verklaarde Karsten Strauch, Proba-2 projectmanager. "Dat omvat alle Attitude and Orbital Control Systems (AOCS), waaronder de sterrenvolger."
Proba-2's loopbaan in de ruimte begon ongeveer vier uur en vijftig minuten na de lancering, toen hij zich afscheidde van zijn derde trap, Breeze-KM. Zoals gewoonlijk ging de satelliet tollen door de afscheiding, maar het ruimtevaartuig kon zelfstandig zijn draaibeweging verminderen dankzij een aan boord aanwezige magnetometer die Proba-2 langs het aardmagnetische veld uitlijnde.
Deze vluchtmodus zal ook dienen als Proba-2's 'veilige modus' – waarnaar hij terugkeert in het geval van ernstige defecten. Hierdoor wordt Proba-2 ook ongeveer uitgelijnd met de zon. De zonnepanelen warden vijf minuten na de afkoppeling ontvouwen.
Op dinsdag werd een aan boord aanwezige GPS-ontvanger ingeschakeld. De volgende dag werd de belangrijkste sterrenvolger geactiveerd. Net zoals zeelieden ooit op sterrenstelsels vertrouwden om hun koers te bepalen, stellen sterrenvolgers automatisch de positie en richting van een satelliet vast ten opzichte van de sterren die ze observeren.
Proba-2's 'Micro Advanced Stellar Compass' heeft de helft van de massa van Proba-1's sterrenvolger, met betere stralingsweerstand. Het is ook volledig autonoom en kan zijn positie zonder extra input bepalen. Testbeelden onthulden een prachtig zicht op de atmosferische 'rand' van de aarde, en belangrijker, op de sterren die er omheen schijnen.
Ook werd in de eerste week van Proba-2 'automatische doorstroom' van gegevens tussen de satelliet en Redu, evenals ESA's grondstation op Svalbard uitgevoerd – Proba-2 is immers ontworpen om zo autonoom mogelijk te opereren. Verder werden extra AOCS switch-ons verricht.
In Proba-2's tweede week werd voor het eerst overgeschakeld op zonneobservatiemodus – de belangrijkste modus van zijn werkende leven, waarvoor ingewikkeldere stabilisatie met drie assen nodig is.
De twee wetenschappelijke instrumenten van zoninspectie van de satelliet worden voor dit weekend ingeschakeld om gezondheidscontroles uit te voeren: Sun Watcher using APS detectors and image Processing (SWAP) observeert de corona's van de zon van ongeveer een miljoen graden die zich tot ver in de ruimte uitstrekken terwijl de Lyman Alpha Radiometer (LYRA) continu de UV-straling van de zon in de gaten houdt.
"We testen en karakteriseren de aanwijsmodus van de zon en beginnen daarnaast met een eerste gezondheidscheck van de ladingen en technologische demonstratoren," voegde dhr. Strauch toe. "In de tweede maand van de missie volgen uitgebreidere ingebruiknametests."