Het heelal
Het heelal is alles dat we kunnen aanraken, voelen, waarnemen, meten of detecteren. Het bestaat uit alle levende dingen, planeten, sterren, sterrenstelsels, stofwolken, licht en zelfs tijd. Voordat het heelal werd geboren bestonden tijd, ruimte en materie niet.
Het heelal bevat miljarden sterrenstelsels die elk miljoenen of miljarden sterren bevatten. De ruimte tussen de sterren en sterrenstelsels is voor het grootste deel leeg. Maar zelfs plekken ver van sterren en planeten bevatten verspreide stofdeeltjes of een paar waterstofatomen per kubieke centimeter. De ruimte is ook gevuld met straling (dus licht en warmte), magnetische velden en geladen deeltjes (bijvoorbeeld kosmische stralen).
Het heelal is ongelooflijk groot. Het zou een moderne straaljager meer dan een miljoen jaar kosten om de ster te bereiken die het dichtst bij de zon staat. Als je met de snelheid van het licht reist (300.000 kilometer per seconde) zou het 100.000 jaar kosten om alleen maar onze melkweg te doorkruisen.
Niemand weet precies hoe groot het heelal is, omdat we de rand niet kunnen zien – als er al een rand is. We weten alleen dat het zichtbare heelal minstens 93 miljard lichtjaar breed is. (een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar aflegt – ongeveer negen biljoen kilometer).
Het heelal is niet altijd even groot geweest. Wetenschappers denken dat het is ontstaan in een Oerknal die bijna veertien miljard jaar geleden plaatsvond. Sinds die tijd breidt het heelal zich met een enorme snelheid uit. Dus het gebied van de ruimte dat we nu zien is miljarden keer groter dan het was toen het heelal erg jong was. De sterrenstelsels bewegen zich ook verder van elkaar af terwijl de ruimte ertussen groter wordt.
Laatst aangepast 26 januari 2011