Gletsjers Een gletsjer is een grote rivier van ijs die heel lang blijft bestaan, op land wordt gevormd en beweegt als reactie op de zwaartekracht. Een gletsjer wordt gevormd door jarenlange ijsaangroei op hellend terrein. Gletsjerijs bevat de grootste voorraad zoet water op aarde en alleen de oceanen vormen een grotere totale watervoorraad. Op elk continent zijn gletsjers te vinden, behalve in Australië. Er zijn twee basistypen gletsjers:
- Continentale gletsjers, die in verband worden gebracht met ijstijden. Tegenwoordig bevinden dat soort gebieden zich op Groenland en Antarctica.
ARÊTES: steile en scherpe gesteenteranden die worden gevormd door twee gletsjers die elk aan een kant van een bergkam eroderen. HOORNS: 3 of meer cirques die naast elkaar liggen. GLETSJERMEREN: meren die zijn ontstaan door schurende bewegingen van gletsjers - ze zijn vaak in cirques te vinden.
Aan het eind van de laatste ijstijd lieten terugtrekkende gletsjers vaak grote stukken ijs achter. Toen dit ijs smolt ontstonden er meren. Tegenwoordig zijn die meren vaak omringd door glooiende heuvels die ook wel drumlins worden genoemd. Ook vind je hier ander bewijs dat er een gletsjer is geweest, zoals morenen, eskers en bewijzen van erosie zoals lijnen en gletsjerkrassen op grote stenen die door de gletsjer zijn vervoerd. Zulke rotsen noemt men zwerfstenen. Al deze kenmerken zijn ook in het voorgebergte van de Alpen te vinden. Uitbraakoverstromingen van gletsjermeren Tegenwoordig laten de gletsjers een grote leegte achter als ze zich in hoge berggebieden terugtrekken. In de holte die eerst door gletsjerijs werd gevuld, bevinden zich nu meertjes. De oevers zijn gemaakt van morenen: dammen van zand, kiezels en stenen met een zwakke en instabiele structuur. Ze veranderen voortdurend door inzakkende hellingen, instortingen enzovoort. De morenen lopen het risico om door te breken door de druk van het stijgende waterniveau in het meer. Een morenedam kan in principe op twee manieren breken: als gevolg van een externe oorzaak of door zelfvernietiging.
Zulke uitbraakoverstromingen (glacial lake outburst floods of GLOFs) zijn rampzalige ontladingen van water dat vooral van smeltende gletsjers komt. Door de snellere terugtrekking van gletsjers in de afgelopen tijd zijn veel gletsjermeren groter geworden. Een enorme ontladingsgolf die door een steenverschuiving of een lawine van sneeuw of ijs van de gletsjer ontstaat, kan een GLOF veroorzaken. Last update: 31 mei 2013
|