Via correlatie van twee op verschillende momenten gemaakte opnamen van een gletsjer kan de verplaatsing worden gemeten in het betreffende interval. Die methode wordt ‘image matching’ of ‘feature tracking’ genoemd.
Bij 'image matching' wordt hetzelfde punt opgezocht op twee satellietopnamen die op verschillende momenten zijn gemaakt. Als dat punt tussen Moment 1 en Moment 2 is verplaatst, bijvoorbeeld als gevolg van de gletsjerstroming, heeft het in beide opnames verschillende coördinaten. Het verschil tussen deze coördinaten is de horizontale verplaatsing van dat punt.
Helaas werkt deze methode niet voor alle gletsjers en opnamen. Het is belangrijk dat overeenkomstige punten in beide opnamen te herkennen zijn. Dat is niet het geval als er in de tussentijd te veel ijs is gesmolten of als de gletsjer op een van beide momenten bedekt was met sneeuw. Verder kan het zijn dat er op grote delen van de gletsjer te weinig herkenningspunten voorkomen.