Synthetic Aperture Radar (SAR) Radar en SAR registreren de tijd en kracht van een terugkomende puls, evenals de fase van de microgolf. Deze fasesignalen leveren een interferogram op tussen twee SAR-gegevensvastleggingen. Radarinterferometrie (InSAR) dient om de hoogte boven het zeeniveau te meten, terwijl met Differentiële InSAR (DInSAR) verplaatsingen zoals gletsjerstromingen worden gemeten. Foto van het gebied rond Gruben in de Zwitserse Alpen, gemaakt vanuit een vliegtuig. Het noorden ligt links. Zie voor locatie en richting GoogleEarth-bestand - locatie 3.3. Figuur 1 - SAR-interferogram boven gebied rond Gruben. Het noorden ligt boven, dus de kijkrichting van boven is van links naar rechts in het interferogram. Het interferogram toont de faseverschillen als de afstanden tussen de satelliet en het aardoppervlak op 7 en 8 maart 1996, gemeten door de SAR-sensor van ERS. Figuur 2 - met een digitaal elevatiemodel gesimuleerd interferogram dat uitsluitend de topografie weergeeft. Zwarte gebieden zijn verwijderd omdat het terrein daar zo steil is dat het niet goed te zien is op de SAR-opnamen. Figuur 3 - Verplaatsing (gletsjerstroming) berekend als het verschil tussen het oorspronkelijke interferogram (eerste afbeelding) en het gesimuleerde topografische interferogram (tweede afbeelding). De gletsjer verplaatst zich met ongeveer maximaal drie centimeter per dag. |