|
|
Oefening 2: Het ontboste gebied kwantificeren (vervolgd) 
1. Als je afgaat op wat je hebt gezien in de samengestelde kleurenbeelden, welke kleur hoort dan bij welke klasse in de landbedekkingskaart die je net hebt gemaakt? 2. Leg uit hoe en in welke banden de spectrale eigenschappen ervan kunnen verschillen. Selecteer Rapport/Klasse-statistieken om een venster te openen met het percentage gebied dat elke klasse inneemt in het beeld. Zo kunnen we bepalen hoeveel bos er elke tien jaar verdwijnt. Sla deze landbedekkingskaart op als Rondonia_1989_landcover. Je kunt alle originele beelden sluiten. Doe nu hetzelfde voor de jaren 1999 en 2009, zodat je uiteindelijk drie landbedekkingskaarten hebt. Let op dat je elke keer ook een venster Rapport/Statistieken krijgt met het percentage gebied dat elke klasse inneemt in het beeld. Geef in een tabel voor elk van beide klassen een overzicht van de verdeling in Frequentie (percentage) en aantal pixels voor de jaren in kwestie.
3. Beschrijf de veranderingen tussen 1989 en 2009 op basis van de geclassificeerde beelden.
4. Vergelijk het geclassificeerde beeld met de beelden in onechte kleuren en beschrijf hoe nauwkeurig de classificatie is. Waar is sprake van onjuistheden? 5. Als er 989 x 1007 pixels in het beeld zijn ter grootte van 150 x 150 meter, bereken dan voor elk jaar de omvang van het beboste en het ontboste gebied. Maak een grafiek van de resultaten om de terugloop van het beboste gebied tussen 1989 en 2009 weer te geven. 6. Bereken hoe groot de verandering is tussen 1989 en 1999 en tussen 1999 en 2009. Last update: 30 mei 2013
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
