Achtergrond
Regenwouden spelen een grote rol in de wereldwijde koolstofkringloop, omdat zij CO2 opnemen uit de lucht en omzetten in zuurstof. Dat wordt al enkele decennia algemeen erkend. Niet alleen nemen ze CO2 op uit de lucht maar bij kap of verbranding komen er grote hoeveelheden koolstof vrij. In bossen is de concentratie koolstof immers groter dan op landbouw- of weidegrond en de meeste koolstof in regenwouden is niet in de bodem opgeslagen maar in de opstand. Bovendien herbergen tropische wouden een schat aan planten en dieren, waarvan een groot aantal nog niet ontdekt is en alleen daar voorkomt. Naar schatting tellen regenwouden meer dan 5 miljoen planten- en dierensoorten, mogelijk zelfs 30 miljoen. Bij ontbossing gaat hun habitat verloren en bestaat er gevaar voor massale uitsterving. De invasie van andere, onbekende dieren en planten kan leiden tot de verdwijning van bestaande soorten die niet zijn aangepast aan dit soort concurrentie.
Verder heeft grootschalige ontbossing in de tropen gevolgen voor de mensen die er leven. Hun traditionele levensstijl wordt erdoor verstoord omdat zij voor hun bestaan veelal zijn aangewezen op hun natuurlijk omgeving. Niet alleen zien zij hun bestaansmiddelen verdwijnen door de ontbossing maar bij omzetting van bos in landbouwgrond raakt het milieu vervuild door het gebruik van pesticiden. Als zij zich vervolgens gedwongen zien naar een andere streek te trekken, krijgen ze vaak te maken met discriminatie op het gebied van soevereiniteit en grondrechten. En omdat zij nooit eerder zijn blootgesteld aan veel van onze besmettelijke ziekten, hebben ze geen antistoffen om de infectie te bestrijden.
Bij ontbossing wordt vaak het regenwoud van de Amazone genoemd omdat er in dat gebied veel bos is verdwenen de laatste decennia. Rondonia in Brazilië is een goed voorbeeld van de ontbossing in het Amazoneregenwoud. Rondonia is een staat in het westen van Brazilië, tegen de grens met Bolivia.
Voor dit soort grootschalige ontbossing zijn veel verschillende oorzaken aan te wijzen. In de meeste tropische landen worden bomen vooral gekapt omdat er behoefte is aan grond voor landbouwontwikkeling. Meestal worden er permanente boerderijen opgezet, al dan niet grootschalig. Die liggen gewoonlijk aan wegen in het regenwoud, waardoor het visgraatpatroon ontstaat. Door de jaren heen zijn bomen gekapt om plaats te maken voor weidegrond en voor commerciële doeleinden. Deze grootschalige ontbossing in Brazilië begon in de jaren tachtig van de vorige eeuw en ging gepaard met de aanleg van nieuwe wegen in de dichte tropische wouden. Last update: 30 mei 2013
|