BIRA betrokken bij instrument Venus Express
Als alles goed gaat vertrekt ESA's eerste sonde naar de planeet Venus op 26 oktober. Het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA) is betrokken bij het instrument SPICAV aan boord van Venus Express.
Venus Express werd op 6 augustus met behulp van een Antonov 124-vrachtvliegtuig vanuit Toulouse in Frankrijk naar Bajkonoer gestuurd.
Vanaf deze mythische kosmodroom in Kazachstan vertrokken onder meer ook de eerste Spoetnik, 's werelds eerste kosmonaut Joeri Gagarin en de Belgische ESA-astronaut Frank De Winne naar de ruimte.
Warm welkom
De sonde en alle apparatuur om het ruimtetuig op de lancering voor te bereiden arriveerden op 7 augustus op de luchthaven Joebileini van Bajkonoer.
Hier is ooit geschiedenis geschreven: op precies dezelfde landingsbaan keerde in 1988 het sovjetruimteveer Boeran na zijn eerste en enige vlucht terug naar de aarde.
Venus Express werd verwelkomd onder verzengend hete temperaturen, symbolisch voor de helse omstandigheden op het oppervlak van zijn studieobject: onze buurplaneet Venus.
Laatste proeven
Na de landing werd de kostbare lading per trein overgebracht naar de grote MIK-hal van de kosmodroom. In de clean rooms aldaar ondergaat de ruimtesonde nu de laatste tests in afwachting van de lancering op 26 oktober.
In het bijzonder zal het voortstuwingssysteem een reeks delicate controles ondergaan. Ze vinden plaats in de zogenoemde Hazardous Processing Facility en ingenieurs bekijken onder meer of het systeem zonder problemen functioneert en of er na het transport geen lekken ontstaan zijn.
Broertje van Mars Express
Daarna volgen tests van de basisprestaties van de sonde met electrische en functionele proeven en simulaties van werkelijke vluchtscenario's.
Begin september worden nog verdere tests uitgevoerd. Daarbij zal onder meer een link tot stand komen tussen het grondsegment van Venus Express in het ESA-centrum European Space Operations Centre (ESOC) in Darmstadt (Duitsland) en het ruimtetuig in Bajkonoer.
Zo kunnen ingenieurs nagaan of het grondstation en Venus Express behoorlijk met elkaar kunnen 'praten' tijdens de missie.
Venus Express moet vanuit een baan rond onze buurplaneet de atmosfeer, de plasmaomgeving en het oppervlak van Venus bestuderen.
Het is een broertje van de succesvolle ESA-Marssonde Mars Express. Daardoor kon Venus Express voor relatief weinig geld ontwikkeld worden. Zo werd bijvoorbeeld beroep gedaan op dezelfde industriële partners.
België van de partij
Via het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA) in Ukkel is ons land betrokken bij het instrument Spectroscopy for Investigation of Characteristics of the Atmosphere of Venus, kortweg SPICAV, dat zich aan boord van Venus Express bevindt.
Het gaat om een spectrometer voor metingen in het ultraviolet en het infrarood en is een samenwerking tussen België, Frankrijk, Rusland en de Verenigde Staten.
Ultraviolet en infrarood
SPICAV is afgeleid van het gelijkaardige instrument SPICAM aan boord van Mars Express. Beide instrumenten zijn uitgerust met twee kanalen voor waarnemingen in respectievelijk ultraviolette en infrarode golflengten (SPICAV-UV of SUV en SPICAV-IR of SIR).
Bij SPICAV is er nog een derde kanaal om de zon waar te nemen doorheen de atmosfeer van Venus in langere infrarode golflengten: Solar Occulation at Infrared of SOIR.
SPICAV werd eind mei op Venus Express gemonteerd. De eerste tests toonden aan dat het instrument goed functioneert.