België kiest voor de ruimte
Federaal minister van wetenschapsbeleid Sabine Laruelle nam afgelopen november in Den Haag deel aan haar eerste ESA-ministerraad en is opgetogen over het gunstige resultaat ervan voor België, dat in het ESA-peloton op de vijfde plaats staat voor de deelname aan de optionele programma's en op de tweede plaats voor de inspanning per inwoner op het vlak van ruimteonderzoek.
Op 25 en 26 november vond de ESA-ministerraad in Den Haag plaats. België is er opnieuw "het kleinste van de grote en het grootste van de kleine ESA-lidstaten" geworden (een beschrijving van Jean-Marie Luton, die van 1990 tot 1997 aan het hoofd van ESA stond). Minister Laruelle had kort daarvoor een kredietnota van 103 miljoen €, die ons land nog aan ESA verschuldigd was, in orde gebracht.
Eén miljard euro over vijf jaar
Met de engagementen die tijdens de ministeriële raad werden genomen, besloot ze bovendien 929 miljoen € te investeren in de werking en de programma's van ESA gedurende de volgende vijf jaar. Het gaat om 471 miljoen € voor eerder aangegane verbintenissen en nog eens 458 miljoen € voor nieuwe programma's. Deze financiële enveloppe voor 2009-2013 betekent een verhoging van 20% van de uitgaven voor ruimteonderzoek door België.
Daar moet men nog eens 67,7 miljoen € aan toevoegen voor activiteiten buiten ESA, zoals het programma Vegetation, de deelname aan het internationaal initiatief Multinational Space-based Imaging System (MUSIS) en experimenten tijdens de komende lange ruimtemissie van Frank De Winne.
Het Belgisch ruimtevaartbudget, dus ongeveer één miljard € gedurende de volgende vijf jaar, zal jaarlijks toenemen van 173 miljoen € in 2009 tot 218 miljoen € in 2013.
Slechts 7% daarvan dient voor specifiek Belgische initiatieven, zoals het programma STEREO voor aardobservatie, de bijdrage aan de organisatie Eumetsat en het Belgische engagement (naast Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en Griekenland) voor het programma MUSIS van militaire aardobservatiesatellieten, die vanaf 2015 de ruimte ingaan. Het Belgische ministerie van defensie, dat gebruik maakt van de satelliet Helios 2A, wil dagelijks een vijftigtal opnamen ontvangen. Het zou voor ongeveer 90 miljoen € aan MUSIS deelnemen, waar het federaal wetenschapsbeleid 50 miljoen € aan zou toevoegen.
Technologie en bemande ruimtevaart
De Belgische delegatie in Den Haag liet zich leiden door raadgevingen van onderzoekers en de industrie in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Ons land stelt een aantal duidelijke prioriteiten.
Voor het programma General Support Technology Programme (GSTP) wordt 115 miljoen € geïnvesteerd voor de ontwikkeling van nieuwe technologie, die uitgetest wordt met de kleine PROBA-satellieten. Het gaat om demonstratiemissies in een baan om de aarde - zoals het vliegen in formatie - en de programma's Vegetation (het in beeld brengen van de vegetatie op onze planeet) en ALTIUS (voor de scheikundige analyse van de atmosferische bestanddelen) in het kader van het programma GMES.
Naar de bemande ruimtevaart en het internationaal ruimtestation ISS, waarin Frank De Winne van mei tot november 2009 gaat leven en werken, gaat 89,9 miljoen €. Bijna 50 miljoen € daarvan dient voor de exploitatie van het station met behulp van de ATV-ruimtecargo's. Twee miljoen, 10% van het in Den Haag goedgekeurde bedrag, gaat naar onderzoek naar een Automated Re-entry Vehicle (ARV). Over de eventuele ontwikkeling van een dergelijk ruimtetuig, dat cargo naar de aarde kan terugbrengen, wordt beslist tijdens de volgende ministeriële ESA-raad in Italië in 2011.
De toegang tot de ruimte en telecommunicatie
De toegang tot de ruimte met lanceerraketten krijgt 2,7 miljoen €. Dit bedrag omvat 20,4 miljoen € voor Ariane 5 Post-ECA, wat 6% vertegenwoordigt van de Belgische financiering voor de voortzetting van het werk voor de cryotechnische (= op superkoude brandstoffen werkende) motor Vinci. Deze inspanningen zouden moeten leiden tot een verbeterde Ariane 5-raket, een programma dat vanaf 2011 van start zou gaan met een budget van 1,5 miljard €.
Telecommunicatie krijgt 52 miljoen € voor de activiteiten in het kader van ARTES. Het gaat in het bijzonder over grondterminals en geïntegreerde toepassingen, met producten en diensten met een "grote toegevoegde waarde".
Nieuwe programma's
Minister Laruelle heeft ook haar stem laten horen voor de Belgische deelname aan twee nieuwe ESA-programma's. Voor het luik ruimteweer van het ESA-initiatief Space Surveillance Awareness (SSA) heeft België 4,5 miljoen € over van de voorziene 11 miljoen €.
"We hebben gevraagd hier de leiding te kunnen nemen dankzij de internationaal erkende knowhow van de wetenschappelijke instituten - de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB), het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) en het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA) - op het plateau van Ukkel en van het Geofysisch Centrum van het KMI te Dourbes."
Voor de Belgische deelname aan de missie Enhanced ExoMars heeft Minister Laruelle besloten 9,21 miljoen € toe te voegen aan de 26 miljoen € die al was toegezegd tijdens de vorige ministerraad in Berlijn.
ESA belangrijk voor ons land
De evolutie van ESA is voor België heel belangrijk. De Belgische delegatie heeft gevraagd de toekomst te verzekeren van het grondstation in Redu in de provincie Luxemburg met nieuwe investeringen die de rol van deze in België unieke infrastructuur kunnen versterken. Sabine Laruelle staat ook positief tegenover de opening van ESA naar andere Europese landen, die als waarnemer bij de ministerraad aanwezig waren. "Maar een voorwaarde is dat het principe van een juste retour behouden blijft."