De laatste Space Shuttle lancering
Na dertig jaar trouwe dienst wordt NASA's Space Shuttle op 8 juli voor het laatst gelanceerd. Die laatste missie, STS-135, komt voor rekening van het ruimteveer Atlantis. Hij wordt gelanceerd vanaf het Kennedy Space Center in Florida om 17:26 uur Europese tijd.
STS-135 en de erfenis van de Space Shuttle
Het doel van de twaalf dagen durende STS-135 missie is bevoorrading van het internationale ruimtestation ISS. De lading van de Shuttle Atlantis is de Europese Raffaello Multi Purpose Logistics Module. Die is tot de nok toe gevuld met reserveonderdelen, brandstof en voorraden voor het ISS en de astronauten aan boord. Atlantis heeft ook de Robotic Refuelling Mission aan boord, een experiment dat de technologie en gereedschappen test om onbemand satellieten in de ruimte bij te tanken. Na zijn landing wordt de Shuttle Atlantis een permanente publiekstrekker op het KSC bezoekerscomplex.
In de afgelopen decennia is ESA nauw verwant geweest met het Space Shuttle programma. Europa's betrokkenheid gaat terug tot 1969 toen NASA Europa uitnodigde om mee te werken in haar post-Apollo programma. Europa stelde in 1972 de ontwikkeling van Spacelab voor als een integraal onderdeel van het Space Transportation System (STS).
De intensieve samenwerking tussen ESA en NASA werd nog sterker toen ESA-astronaut Ulf Merbold meevloog op STS-9 in 1983. Daarna vlogen nog vele andere Europese astronauten met de Shuttle mee. Van de 355 astronauten die met de Space Shuttle vlogen, waren in totaal 24 Europeaan.
De Space Shuttle laat een indrukwekkende erfenis achter. Het ruimteveer bracht mensen en landen bij elkaar. Inwoners van 'ruimteschip aarde' deelden in het project dezelfde waarden: We willen onze planeet koesteren, de kwaliteit van ons dagelijks leven vergroten en de ruimte om ons heen verkennen.