Sentinel-5P succesvol naar de ruimte gebracht
De eerste Copernicus-satelliet die helemaal is toegespitst op het monitoren van onze atmosfeer, Sentinel-5P, is vrijdag 13 oktober met succes gelanceerd vanaf het Plesetsk-kosmodroom in het noorden van Rusland. Sentinel-5P is drager van het Tropomi-instrument, dat in Nederland werd bedacht en ontwikkeld.
De 820 kilogram zware satelliet werd om 11.27 uur Nederlandse tijd met een Rockot-lanceerder de dampkring uitgevlogen. 2 minuten en 16 seconden na de lancering werd de eerste trap afgestoten en 5 minuten en 19 seconden na de lift-off volgde de tweede trap. De bovenste trap bracht Sentinel-5P vervolgens met twee ontstekingen naar zijn baan om de aarde. De observatiesatelliet arriveerde daar 79 minuten na het begin van de lancering.
Na de afscheiding van de bovenste trap ontvouwde Sentinel-5P zijn zonnepanelen en begon de communicatie met de grond. Het eerste signaal werd 93 minuten na de lancering ontvangen, door het Kiruna-station in Zweden. Vervolgens heeft ESA's operationele centrum in het Duitse Darmstadt de controle van de satelliet overgenomen.
'Bewijs van competentie'
De komende drie dagen zullen de belangrijkste systemen van de kunstmaan gecontroleerd en geconfigureerd worden. Hierna volgt een fase waarin de satelliet in gebruikstelling wordt gebracht. Na een paar weken begint het kalibreren en de validatie van Tropomi, het in Nederland ontwikkelde instrument dat het hart van de satelliet vormt.
“De lancering van de zesde Sentinel-satelliet van het Copernicus-programma is een bewijs van ESA's competentie”, aldus ESA's algemeen directeur Jan Woerner. “Sentinel-5P bevindt zich nu veilig in een baan om de aarde. Het is nu aan onze missieleiding om hem operationeel te maken en de komende zeven of meer jaar te houden.”
Sentinel-5P – de P staat voor Precursor – is de eerste Copernicus-missie die is toegespitst op het monitoren van de atmosfeer. Het is een van de zes toegewijde missies die de kern zijn van het Europese Copernicus-programma, dat de aarde en het milieu moet monitoren. De gegevens die de Sentinel-satellieten laten Copernicus het milieu op aarde bestuderen en helpen de veiligheid op aarde te vergroten.
Nederlands hart
Verwacht wordt dat Sentinel-5P over zes maanden volledig operationeel is. Vanaf dat moment gaat de satelliet, die onderdeel is van het Copernicus-programma, met ongekende precisie de luchtkwaliteit en broeikasgassen wereldwijd in kaart brengen. Dat doet de satelliet met behulp van Tropomi, een door ESA en het Netherlands Space Office (NSO) ontwikkeld instrument dat speurt naar spoorgassen als stikstofdioxide, ozon, formaldehyde, zwaveldioxide, methaan, koolstofmonoxide en aërosolen. Al deze gassen beïnvloeden de lucht die we inademen en dus ook onze gezondheid en ons klimaat.
Sentinel-5P zal iedere dag opnieuw een beeld van de luchtkwaliteit en klimaatontwikkeling van iedere plek op aarde maken, tot op stadsniveau. Daarbij geeft de satelliet inzicht in de huidige status van de luchtkwaliteit en het klimaat. Daarnaast helpt Sentinel-5P ook bij het volgen van vulkanische as en bij het waarschuwen voor hoge niveaus van UV-straling. De data die de satelliet verzamelt helpt ook bij onderzoek naar klimaatprocessen in de atmosfeer en helpt het ontstaan van gaten in de ozonlaag verklaren.
Preciezer dan ooit
“Met Sentinel-5P in een baan om de aarde krijgen we een dagelijks, wereldwijd beeld van onze atmosfeer dat preciezer is dan we ooit hebben gezien”, aldus Josef Aschbacher, hoofd van ESA's aardobservatieprogramma. “Onze historische data, samen met langetermijnplannen van Copernicus, laten ons datasets maken die meerdere decennia overspannen. Die data helpt ons onze steeds maar weer veranderende aarde begrijpen.”
Sentinel-5P werd ontwikkeld om te dienen als brug tussen de Envisat-satelliet en de lancering van Sentinel-5 en de GOME-2 sensor van de MetOp-satelliet. In de toekomst zullen zowel de geostationaire Sentinel-4 en de poolsatelliet Sentinel-5 de samenstelling van de atmosfeer gaan volgen. Totdat het zo ver is neemt Sentinel-5P die taak waar en speelt hij een sleutelrol in het monitoren en volgen van luchtvervuiling.