Belgische 'ruimtedoop' voor observatorium Planck
Begin 2009 brengt een Ariane 5-raket twee nieuwe wetenschappelijke satellieten van ESA in de ruimte. Het Centre Spatial de Liège (CSL) speelt een sleutelrol bij de voorbereiding van de missies Herschel en Planck en ook de Belgische industrie is betrokken.
Vooraf zoveel mogelijk te weten komen over het gedrag van een ruimtetuig in de extreme omstandigheden van de ruimte... Het is van essentieel belang voor een succesvolle ruimtemissie. In het Centre Spatial de Liège (CSL) kan men tests uitvoeren onder uitermate lage temperaturen.
Hier werd de 'nuttige lading' van Herschel - een ruimtetelescoop met een diameter van 3,5 meter - al goed voor de dienst bevonden. Op 23 april arriveerde het ruimteobservatorium Planck vanuit ESA's technologische centrum ESTEC in Noordwijk (Nederland) in Luik. Na een 'examen' van twee maanden moet het groen licht krijgen voor de lancering naar de ruimte. 23 april was overigens ook de 150ste geboortedag van de beroemde Duitse fysicus (1858-1947) die zijn naam aan het project gaf.
Pareltjes van optronica
Herschel en Planck zijn twee pareltjes van optronica (optica + elektronica). Ze moeten de geheimen van het heelal helpen ontsluieren door het ontstaan en de evolutie van melkwegstelsels te bekijken en te onderzoeken welke sporen de Big Bang heeft nagelaten.
Onderzoekers willen graag sluitende bewijzen vinden voor deze hypothese, die de Belgische astrofysicus Georges Lemaître (1894-1966) heeft vooropgesteld.
Herschel en Planck zijn twee Europese ruimteobservatoria die op 1,5 miljoen kilometer van de aarde (ongeveer vier keer de afstand aarde-maan) operationeel zullen zijn. Hun instrumenten moeten onder uiterst lage temperaturen waarnemingen in het infrarood uitvoeren.
Hun gegevens zullen internationaal door onderzoekers worden gebruikt voor kosmologisch onderzoek. Ze zijn van bijzonder belang voor een beter begrip van zeg maar het oneindig grote.
Nieuwe referentiepunten
De twee projecten kosten alles samen ongeveer twee miljard euro, waarvan de helft voor de satellieten. Maar daarvoor zullen ze op het vlak van kosmologisch onderzoek een heus nieuw referentiepunt bij uitstek worden. Herschel en vooral Planck (voor het eerst wordt hierbij het volledige vluchtmodel van een satelliet in het CSL getest) zijn voor ons land heuse adelbrieven op het vlak van de ruimtevaart.
Het Centre Spatial de Liège maakt deel uit van een Europees netwerk voor de simulatie van de harde omstandigheden die in de ruimte heersen, naast ESTEC in Noordwijk (Nederland), Intespace in Toulouse (Frankrijk), IABG in Ottobrunn (Duitsland) en Thales Alenia Space in Cannes (Frankrijk).
Het CSL is gespecialiserd in doorgedreven tests onder luchtledige en ultrakoude omstandigheden. Als een van de weinige in Europe kan het uitvoerige en extreme cryogene (= onder extreem lage temperaturen) tests uitvoeren. Al sinds de jaren '70 draagt de Universiteit van Luik op deze manier een steentje bij aan de wetenschappelijke missies van ESA. Dat gebeurt met steun van de Belgische overheid via het Federaal Wetenschapsbeleid.
Belgische industrie betrokken
Herschel (3,3 ton bij de lancering) en Planck (1,8 ton) worden door de lidstaten van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA gefinancierd in het kader van het verplichte wetenschappelijke programma. Ze zijn gebaseerd op hetzelfde basisplatform en worden gerealiseerd door de Europese industrie onder leiding van Thales Alenia Space.
Ook verschillende Belgische bedrijven zijn betrokken bij de realisatie van apparatuur en bij de tests van Herschel en Planck. De Belgische bedrijven die met het CSL voor Herschel hebben samengewerkt zijn IMEC, AMOS, OIP en Nexans en ook Alcatel Bell (nu Thales Alenia Space Antwerp), Alcatel ETCA (nu Thales Alenia Space ETCA), Euro Heat Pipes en RHEA leverden een bijdrage. Voor het project Plank is er een industriële deelname van TAS ETCA, AMOS, CSL, Euro Heat Pipes, Nexans, OIP en RHEA.
Planck op de rooster gelegd
De spiegels van de telescoop van Planck werden in het CSL aan trillingstests onderworpen onder uiterst koude omstandigheden in een installatie die speciaal hiervoor onderworpen werd.
De bedoeling daarvan was de spiegels te controleren alvorens ze in de telescoop te monteren. Die focust waargenomen signalen naar complexe hoornvormige detectoren.
Sinds 16 juni is de volledige satelliet (zonder zijn zonnepanelen) opgesloten in de horizontale FOCAL 5-simulator. FOCAL staat voor Facility for Optical Calibration At Liege. In deze simulator wordt Planck nog tot half augustus op de rooster gelegd.
De tests zijn de laatste alvorens de satelliet met het oog op de lancering vertrekt naar het Centre Spatial Guyanais (CSG), Europa's 'ruimtehaven' in Kourou (Frans Guyana). De tests moeten bevestigen dat de telescoop met een diameter van 1,5 meter volledig naar behoren werkt in de ruimte.
Het is al de derde keer dat het CSL betrokken is bij tests met Planck. In 2005 werd een prototype gedurende 65 dagen in het luchtledige getest. Gedurende de eerste helft van 2006 bevond zich reeds een deel van het vluchtmodel in Luik voor een reeks tests die drie weken duurden.
volgend artikel: Planck ondergaat beslissend examen