Gelanceerd: nieuwe Copernicus-zeespiegelstijgingsatelliet
De Copernicus-satelliet Sentinel-6 Michael Freilich is in een baan om de aarde gelanceerd. Met behulp van de nieuwste radarhoogtetechnologie zal deze nieuwe satelliet een nieuw beeld geven van de topografie van de oceanen en het langetermijn rapport van hoogtemetingen van het zeeoppervlak. Het rapport is in 1992 begonnen. De metingen zijn essentieel voor de klimaatwetenschap, beleidsvorming en ten slotte bescherming van het leven van miljoenen mensen die het risico lopen als gevolg van zeespiegelstijging.
De Falcon 9 raket werd met de 1,2 ton wegende Sentinel-6 satelliet gelanceerd vanuit de Vandenberg Air Force Base in Californië, VS, op 21 november om 17:17 GMT (18:17 CET, 09:17 PST). De satelliet werd bijna een uur na lancering in een baan om de aarde geschoten, signaalacquisitie werd bevestigd bij het grondstation in Alaska om 19:49 CET.
ESA-directeur voor Aardobservatieprogramma’s, Josef Aschbacher, zei, “Ik ben erg trots dat ik Copernicus Sentinel-6 vanavond heb zien opstijgen en weet dat de satelliet op weg is om te beginnen aan de voortzetting van zeespiegelmetingen die nodig zijn om de zorgwekkende tendens van stijgende zeeën te begrijpen en te volgen. Ik wil niet alleen de ESA-teams bedanken die zo hard hebben gewerkt om tot dit punt te komen, maar ook de Europese Commissie, Eumetsat, NASA, NOAA en CNES. Natuurlijk kijken we erg uit naar een verdere positieve samenwerking tussen onze organisaties.”
Miljoenen mensen wereldwijd wonen in kustgebieden. Hierdoor staan stijgende zeeën – in verband met klimaatverandering - bovenaan de prioriteitenlijst. Het volgen van de hoogte van het zeeoppervlak is van cruciaal belang om inzicht te krijgen in de veranderingen die plaatsvinden, zodat besluitvormers bewijs hebben om een passend beleid uit te voeren ter beperking van klimaatverandering. Daarnaast kunnen de autoriteiten actie ondernemen om kwetsbare leefgemeenschappen te beschermen.
In de afgelopen drie decennia hebben de Frans-Amerikaanse Topex-Poseidon en Jason missieseries als referentiemissies gediend. Samen met eerdere ESA-satellieten, evenals de huidige CryoSat en Copernicus Sentinel-3, hebben deze aangetoond hoe de zeespiegel gemiddeld per jaar ongeveer 3,2 mm is gestegen. Nog alarmerender is dat deze stijging versneld is; de laatste jaren is de gemiddelde stijging 4,8 mm per jaar.
Copernicus Sentinel-6 Michael Freilich zal binnenkort het stokje overnemen en deze dataset uitbreiden - een dataset die de 'gouden standaard' is voor klimaatstudies. De missie bestaat uit twee identieke satellieten die achtereenvolgens worden gelanceerd - dus over vijf jaar zal Copernicus Sentinel-6B worden gelanceerd en het overnemen. De gehele missie zal de continuïteit van de gegevens tot minstens 2030 garanderen.
Elke satelliet draagt een radarhoogtemeter die de tijd meet die nodig is voor de radarimpulsen om naar het aardoppervlak te reizen en weer terug naar de satelliet. Samen met nauwkeurige satellietlocatiegegevens leveren de hoogtemetingen de hoogte van het zeeoppervlak op.
Het instrumentenpakket van de satellieten bevat ook een geavanceerde microgolfradiometer die rekening houdt met de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer, die zodoende de snelheid van de radarimpulsen van de hoogtemeter beïnvloedt.
Hoewel het erfgoed van vorige missies de sleutel tot het missieontwerp is geweest, introduceert Sentinel-6 een synthetische diafragma-radar in de tijdreeks van de altimetrische referentiemissie. Om een afwijking in de tijdreeks te voorkomen werkt het radarinstrument in een continue burst-modus, waarbij tegelijkertijd gebruikelijke metingen met een lage resolutie en de verbeterde prestaties van de verwerking van de synthetische diafragma-radar worden geleverd.
Om ervoor te zorgen dat de datatijdreeks ondanks de verandering van de instrumenttechnologieën niet wordt onderbroken, blijft Sentinel-6 Michael Freilich het eerste jaar in een baan om de aarde, op slechts 3 seconden achter Jason-3.
In een baan om de aarde op een hoogte van meer dan 1300 km en met een bereik van 66°N en 66°S, levert Sentinel-6 voldoende metingen om iedere 10 dagen de hoogte van het zeeoppervlak boven 95% van de ijsvrije oceanen wereldwijd in kaart te brengen.
Hoewel Sentinel-6 een van de Copernicus-missies van de Europese Unie is, is de uitvoering ervan het resultaat van een unieke samenwerking tussen de Europese Commissie, ESA, Eumetsat, NASA en NOAA, met een bijdrage van het Franse ruimtevaartagentschap CNES.
De directeur-generaal van de Europese Commissie voor Defensie en Ruimte, Timo Pesonen, verklaarde: "Wij zijn zeer verheugd deze nieuwkomer in de EU-vloot van Copernicus Sentinel-satellieten te mogen verwelkomen. Copernicus Sentinel-6 Michael Freilich zal het mogelijk maken om verbeterde producten en informatie over de oceanen en de atmosfeer te leveren om het dagelijks leven van onze burgers te verbeteren. De komst van deze satelliet is opnieuw een succes voor Copernicus, voor Europa, voor alle missiepartners en wereldwijd".
ESA was verantwoordelijk voor de gehele ontwikkeling van zowel de Poseidon-4 radarhoogtemeter als de Copernicus Sentinel-6 Michael Freilich. Het agentschap is ook verantwoordelijk voor de aankoop van Copernicus Sentinel-6B namens de Europese Commissie en Eumetsat.
De eigendomsoverdracht naar de Europese Commissie gebeurt op het moment van lancering. ESA zorgt voor de vroege omloopbaanfase en de planning van de verificatie in de omloopbaan en ondersteunt de door Eumetsat uitgevoerde vluchtoperaties.
Eumetsat is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het grondsegment en voor de operaties na de lanceringsfase en de eerste fase van de omloopbaan. Eumetsat verwerkt de gegevens en levert de dataproductendiensten aan de Europese gebruikers.
Directeur-generaal van Eumetsat, Alain Ratier, zei, “De gegevens van Copernicus Sentinel-6 Michael Freilich zullen tot nu toe de meest nauwkeurige zijn en zullen worden gebruikt om een beter inzicht te krijgen in de wereldwijde zeespiegelstijging, een belangrijke indicator voor de klimaatverandering. De gegevens zullen ook worden gebruikt voor weersvoorspellingen, van het verbeteren van de nauwkeurigheid van seizoensgebonden voorspellingen tot het voorspellen van de trajecten van orkanen en cyclonen.”
NASA is verantwoordelijk voor de lanceringsdiensten, de ontwikkeling van de microgolfradiometer, de laser-retroreflector en de GNSS-radio-occultatieontvanger. Het levert ook ondersteuning voor het grondsegment en draagt bij aan de operaties en de gegevensverwerking in de VS. NASA en NOAA zijn samen verantwoordelijk voor de distributie van dataproducten aan gebruikers in de VS.
"Mike Freilich zorgde ervoor dat NASA een stabiele partner was met wetenschappers en ruimtevaartagentschappen wereldwijd, en zijn liefde voor oceanografie en aardwetenschap hielp ons het begrip van onze mooie planeet te verbeteren," zei Thomas Zurbuchen, NASA's Associate Administrator for Science op het hoofdkwartier van het agentschap in Washington. "Deze satelliet, die door onze Europese partners zo hartelijk naar hem is genoemd, zal het essentiële werk uitvoeren waar Mike zo in geloofde - het toevoegen van een erfenis van cruciale gegevens over onze oceanen en het doorgeven ervan ten behoeve van toekomstige generaties."