Zeeën op Titan!
Instrumenten aan boord van de ruimtesonde Cassini van de NASA, die deel uitmaakt van de Amerikaans-Europees-Italiaanse missie Cassini-Huygens naar de planeet Saturnus en zijn manen, hebben bewijzen gevonden voor het bestaan van zeeën op de Saturnusmaan Titan.
Cassini-Huygens is een gezamenlijk project van de Amerikaanse, Europese en Italiaanse ruimtevaartagentschappen NASA, ESA en ASI. De Europese sonde Huygens maakte op 14 januari 2005 een geslaagde landing op Titan en stuurde verbazingwekkende opnamen van het oppervlak van de bijzondere maan door.
Het moederschip Cassini blijft ondertussen vanuit zijn baan rond Saturnus verdere waarnemingen verrichten en verbluffende opnamen maken van de planeet met de ringen en zijn vele manen.
Instrumenten aan boord van Cassini hebben nu bewijzen gevonden voor het bestaan van heuse zeeën in de noordelijke regionen van Titan. De zeeën bestaan waarschijnlijk uit vloeibaar methaan of ethaan.
Een van de zeeën is groter dan elk van de Grote Meren in Noord-Amerika en ongeveer even groot als een aantal zeeën op de aarde. De radarwaarnemingen van Cassini onthulden donkere gebieden nabij de noordpool van Titan. Ze zijn veel groter dan gelijkaardige gebieden die eerder al op Titan werden gezien.
De grootste donkere vlek is minstens 100.000 vierkante kilometer groot, ongeveer drie zo groot als België. Maar de radar aan boord van Cassini zag slechts een deel van de donkere gebieden, zodat ze misschien nog groter zijn.
Titan is de tweede grootste maan in het zonnestelsel. Hij heeft een diameter van 5150 kilometer, beduidend meer dan de 3476 kilometer bij onze eigen maan.
‘Er is heel lang gespeculeerd over het bestaan van oceanen op Titan. Met behulp van verschillende instrumenten hebben we nu voor het eerst aanwijzingen voor zeeën, die veel groter zijn dan de eerder waargenomen meren’, aldus Dr. Jonathan Lunine, onderzoeker voor Cassini en Huygens aan de University of Arizona in Tucson.
Zo groot als de Kaspische Zee
Er is geen echt bewijs voor dat deze ‘zeeën’ ook daadwerkelijk vloeibaar zijn, maar hun vorm, hun donker voorkomen op radarbeelden (wat op een glad oppervlak wijst) en andere eigenschappen wijzen daar wel sterk op. De vloeistoffen zijn waarschijnlijk een combinaie van methaan en ethaan, gezien de omstandigheden op Titan en het overvloeidge methaan- en ethaangas in de atmosfeer van Titan.
De camera’s, die een globaal beeld van Titan geven, hebben een veel groter onregelmatig donker gebied gefotografeerd. Het noordelijke einde van hun opname komt overeen met één van de zeeën, die door de radar in beeld zijn gebracht. Het donkere gebied strekt zich in de opname uit over meer dan 1000 kilometer tot 55° noorderbreedte. Als het volledige donkere gebied een zee is, dan zou het slechts iets kleiner zijn dan de Kaspische Zee op de aarde.
De radargegevens tonen details aan het noordelijke uiteinde van het donker gebied, die goed gelijken op eerdere radarbeelden van veel kleinere meren. Om te bepalen of heel het donkere gebied vloeibaar is, zal Cassini nog meer radaronderzoek moeten uitvoeren.
Theorie
De aanwezigheid van deze zeeën op Titan versterkt de huidige denkbeelden dat het oppervlak van Titan de atmosfeer van de maan van nieuw methaan voorziet.
Het was bijna 25 jaar geleden de oorspronkelijke motivatie voor de theorie, die stelde dat er een grote oceaan op Titan zou zijn.
Cassini’s instrumenten kunnen door het dikke wolkendek rond Titan kijken. Ze tonen dat de noordelijk gelegen gebieden bedekt zijn met zeeën die honderden kilometers groot zijn en met nog eens honderden kleinere meren van enkele tot tientallen kilometers groot.
Als gevolg van de nieuwe ontdekkingen zal het Cassini-team de radar van de Saturnussonde zo richten dat hij in de maand mei tijdens een nieuwe passage van Titan direct over de donkere gebieden zal vliegen.
Meer informatie
Jean-Pierre Lebreton
ESA Huygens Project Scientist
jean-pierre.lebreton@esa.int