Artemis communiceert met Japanse kunstmaan
Vorig jaar was er al een succesvolle laserverbinding tussen ESA’s geostationaire communicatiesatelliet Artemis en de Franse aardobservatiesatelliet Spot 4.
Vorige maand diende Artemis als verbindingsstation voor de Europese milieusatelliet Envisat. Nu stuurde Artemis ook gegevens door van de Japanse kunstmaan Adeos II voor waarneming van de aarde.
ESA werkt met de Japanse ruimtevaartorganisatie NASDA samen bij het doorsturen van gegevens tussen Adeos II en Artemis via het ESA-gronstation in het Belgische Redu. Tussen 27 en 29 maart werd een reeks proeven uitgevoerd om de capaciteit van het systeem te demonstreren en de operationele links te bekijken tussen het Adeos II-team in Tsukuba (Japan) en de controlefaciliteit voor Artemis in Redu.
Twee soorten tests
Met de S-bandantenne van Adeos II werden telecommando's en telemetrische gegevens doorgestuurd. Telecommando's uit Tsukuba gingen via communicatielijnen op de aarde naar Redu. Daar werden ze in de Ka-band naar Artemis gestuurd en vanaf deze satelliet in de S-band naar Adeos II. Via de omgekeerde weg gingen telemetrische gegevens van Adeos II via Artemis en Redu terug naar Japan.
Een tweede soort tests bestond uit het doorsturen van beeldgegevens van Adeos II aan 60 Mbps in de Ka-band. Het Global Imaging Instrument aan boord van Adeos II levert via deze link beelden van de aarde op met een resolutie van 250 meter.
Succes
De tests waren een succes. Ze toonden aan dat Artemis en Adeos II met elkaar kunnen samenwerken. Het systeem is nu klaar om gegevens door te sturen in de S- en Ka-band. Deze mogelijkheid zal naar verwachting de mogelijkheden van systemen voor aardobservatie vergroten
Meer samenwerking
Vroeger hadden ESA en NASDA al onafhankelijk van elkaar een reeks experimenten op dit vlak uitgevoerd: NASDA met links tussen Adeos II en de Japanse satelliet DRTS voor het doorsturen van gegevens en ESA met een link tussen Artemis en Envisat.
De tests met Artemis en Adeos II wijzen op de uitstekende samenwerking tussen ESA en NASDA en laat het beste vermoeden voor verdere samenwerking in de toekomst.