Studentensatelliet bijna klaar voor de ruimte
Een satelliet bouwen kost jaren tijd en miljoenen euro’s. Of toch niet? Bijna honderd studenten uit heel Europa sleutelen vol overgave aan SSETI Express. Van bouwtekening tot lancering in minder dan een jaar tijd en met minimale kosten. Vorige week kwam een deel van de bouwers op ESTEC bij elkaar om de laatste hand te leggen aan het vluchtmodel. In januari volgt het zenuwslopende ‘eindexamen’ in de ruimtesimulators; de laatste horde voor de lancering in mei 2005.
Sascha Tietz uit Duitsland maakte al eens eerder een triltest mee van het voortstuwingssysteem en weet dus hoe het eindexamen van SSETI Express verloopt: ‘Je ziet ruim zestig bij zestig bij zeventig centimeter satelliet op een enorme shaker staan. Alles beweegt de verkeerde kant op, niets gaat als normaal. En toch overleeft Express die tests. Hij kan de ruimte aan, dat weet ik zeker.’
De andere bouwers hebben al evenveel vertrouwen in de satelliet, die alles bij elkaar niet veel groter is dan een vaatwasser. In die vaatwasser zitten drie kleinere satellieten van tien kubieke centimeter per stuk. Zodra de moedersatelliet is losgekomen van de draagraket, werpt ze de drie ‘cubesats’ af. Ze zijn gemaakt door universiteiten uit Duitsland, Japan en Noorwegen en een première in de ruimtevaart, aldus Philippe Willekens van ESA’s afdeling opleidingen, want nooit eerder plaatste een satelliet andere satellieten in een baan rond de aarde.
Chatsessies
SSETI (Student Space Education and Technology Initiative) Express is, net als de langduriger en grootschaliger SSETI-missie ESEO (European Student Earth Orbiter) grotendeels voorbereid en gebouwd via het internet. Via een speciale nieuwsserver en wekelijkse chatsessies houden de studenten elkaar op de hoogte van de jongste ontwikkelingen. ‘Dit is een educatieproject, maar het is meer dan leren via het internet’, vindt Sascha. ‘Je leert wel, maar ondertussen dóe je het ook nog eens; je bouwt daadwerkelijk een satelliet!’
Inmiddels heeft de chaotische samenscholing van veertig ingelogde studenten plaatsgemaakt voor een geroutineerd structureel overleg met een eigen chattaal. De studenten gebruiken korte zinnen en een punt aan het eind van elk verhaal, niet eerder. Twee keer per week komen de bouwers virtueel bij elkaar onder leiding van ESA’s teamleiders Neil Melville en Marie De Cock. Zij is blij met de hernieuwde motivatie bij de deelnemers: ‘Studenten werken inmiddels vier jaar aan de SSETI ESEO missie, maar dat heeft nog niet tot iets concreets geleid. De Express is bedoeld als snelle variant die motiveert en dient om ervaring op te doen met het feitelijke bouwen.’
Eenmaal in de ruimte test Express verschillende onderdelen die ook op ESEO vliegen. Daarnaast maakt de satelliet foto’s van de aarde die iedereen dankzij een open controlecentrum via het internet kan bekijken. Na drie maanden, als de hoofdmissie erop zit, nemen radioamateurs SSETI Express over. Ze gaan hem gebruiken als transponder voor radioverkeer via de S-band.
Leerschool
Express is een goede leerschool voor de jonge ingenieurs. Bij de integratie bleken veel onderdelen niet op elkaar aan te sluiten. Een probleem met de toleranties, dat ontstond omdat elk land zijn eigen maatstaven hanteerde. De ‘taal’ waarin de verschillende onderdelen van de satelliet met elkaar communiceren bleek ook niet compatibel. En bij de eerste tests van de hoofdcomputer kwam een cruciale communicatiefout aan het licht in de computer én tussen de studenten. ‘Ik had boodschappen van 29 tekens, Sascha gebruikte er elf. We hadden in de chatsessie geen duidelijke beslissing gemaakt over de standaard’, aldus Renato Krpoun uit Zwitserland.
Tijdens de workshop op ESTEC werkten de studenteningenieurs uit alle macht om de satelliet op tijd klaar te krijgen voor zijn lancering in mei 2005. Onderdelen werden gesoldeerd en ondergingen test na test na test. Oostenrijker Lars Mehnen was bij het project betrokken vanaf het eerste uur en blijft ook de komende tijd in Noordwijk om zijn taken af te maken. Ondanks de lange werkdagen blijft hij optimistisch: ‘Een satelliet is het meest complexe wat je als ingenieur kunt bouwen, een fantastische uitdaging.’
Hulp
ESA is hoofdsponsor van SSETI Express, maar de studenten moeten er zelf voor zorgen dat hun satelliet van de grond komt. En dat betekent niet alleen nachten doorwerken in de cleanroom. Voor de juridische haken en ogen is de hulp ingeroepen van twee rechtenstudenten uit Parijs. Ze werken bijvoorbeeld aan de douanepapieren voor onderdelen die van Frankrijk via Duitsland uiteindelijk in de satelliet naar Rusland moeten. Ondertussen werkt een groep Italiaanse studenten van de kunstacademie aan de Public Relations. Ze ontwerpen de website, verzorgen foto’s en schrijven persberichten. En vanaf volgend jaar worden businessschools uit België, Frankrijk en Zwitserland bij het project betrokken. Zij kunnen helpen bij de planning, financiën en sponsoring.
Die sponsoring is van groot belang, omdat SSETI Express geheel in stijl ook binnen een studentenbudget wordt gebouwd: het liefst gratis. ‘We hebben geen geld, maar willen wél spullen’, vertelt Karl Kaas Laursen uit Denemarken. ‘Maar als je denkt dat we daardoor minder serieus worden genomen door de ruimtevaartindustrie, dan heb je het mis.’ Zo heeft Valkenburg Aiport bijvoorbeeld het spuitwerk voor zijn rekening genomen en verschafte een Duitse lijmfabrikant adviezen over de beste plakproducten.
Sascha: ‘Als we vertellen waar we mee bezig zijn en hoe hard we ervoor werken, zijn veel bedrijven bereid ons een handje te helpen. Er is grote waardering voor dit project.’ De ingenieurs binnen ESTEC zijn daarop geen uitzondering, vindt Renato: ‘Je slaat het telefoonboek open bij de afdeling waarvan je iemand nodig hebt en hij staat klaar. Soms hebben ze zelfs onderdelen voor ons over die anders toch in een la stof liggen te vangen.’
In juni 2003 is de SSETI association opgericht. Daarmee krijgt het project een grotere onafhankelijkheid. De ruimtevaartorganisatie blijft hoofdsponsor en helpen waar ze kan, maar met de vereniging is het voor de studenten makkelijker om bijvoorbeeld sponsors te vinden voor het nog steeds lopende ESEO project en de toekomstige European Student Moon Orbiter (ESMO).
Ultieme plek
Voor veel van de studenten reikt de ambitie zelfs verder dan de maan. Na het SSETI blijven ze in de ruimtevaartindustrie aan het werk. Karl: ‘De ruimte is de ultieme plek om elektronica heen te sturen. Het is de dood voor al je apparatuur. Bij de eerste bouwtekeningen voor SSETI Express zeiden experts: dit zal kapot gaan, dat explodeert en de rest valt er wel af bij de lancering. Toen begon de uitdaging. Je wilt gewoon weten of je iets kunt bouwen dat alles weerstaat; de lancering én de vijandelijke omgeving in de ruimte. SSETI Express gaat het doen, let maar op…’