Team gammaflitsspeurder wint EU-wetenschapsprijs
De Europese Commissie heeft op 5 december aan een groep wetenschappers en technici uit het ruimteonderzoek de Descartes-Prijs toegekend. De prijs is toegekend voor wetenschappelijke uitmuntendheid door Europese samenwerking. Het consortium heeft het raadsel van de gammaflitsen in de ruimte opgelost.
De prijs wordt gedeeld door astronomen van de UvA, onder leiding van Astrofysicus prof.dr. Ed van den Heuvel, die optische waarnemingen aan de explosies deden en de ontwikkelaar van de röntgendetector die de gammaflitsers lokaliseerde, SRON. Daarnaast delen Italiaanse, Deense, Spaanse Engelse en Duitse partners in de prijs.
In 1998 kreeg het BeppoSAX team samen met wijlen hoogleraar Jan van Paradijs van de Universiteit van Amsterdam, de prestigieuze 'Rossi' prijs van de American Astronomical Society voor onderzoek in de hoge-energie astrofysica. Nu krijgt het Europese consortium in een iets andere samenstelling de jaarlijkse prestigieuze Europese wetenschapsprijs.
De internationale groep kwam met een groothoekcamera onwikkeld door SRON kosmische explosies op het spoor. De groothoekcamera heeft tussen april 1996 en april 2002 van meer dan 50 gammaflitsen de positie aan de hemel gedetecteerd.
Aan de Descartes-prijs is een geldbedrag van een miljoen euro verbonden dat wordt gedeeld met een consortium dat onderzoek heeft gedaan naar de ontstekingsziekte multiple sclerose (MS).
Raadselachtige explosies
Gammaflitsen, kortstondige kosmische uitbarstingen van de hoogenergetische gammastraling, zijn sinds hun ontdekking door Amerikaanse spionagesatellieten dertig jaar lang een raadsel gebleven. Er zijn geen detectoren de positie van een gammaflits goed kunnen bepalen. Daarom besloot SRON een röntgencamera te ontwikkelen die een grote hoek van de hemel af kan speuren. De camera neemt het kortstondige nagloeien van een gammaflits in het röntgengebied waar, en kan de positie aan de hemel wel goed bepalen. De camera is in april 1996 met de satelliet BeppoSAX de ruimte in geschoten. In april van dit jaar is de BeppoSAX gestopt met waarnemen.
Sinds de lancering van de BeppoSAX in 1996 heeft de satelliet 54 keer de astronomische wereld gealarmeerd met de positie van een gammaflits. Optische telescopen op aarde, maar ook de Hubble Space Telescoop werden dan razendsnel op de plek van de flits gericht. Door de roodverschuiving in de optische waarneming kon zo de afstand van de explosies worden gemeten. De explosies bleken voor het merendeel in het vroege heelal van meer dan tien miljard jaar geleden te hebben plaatsgevonden.
De groothoekcamera voor röntgen- en gammastraling werkt volgens het principe van de camera obscura. In plaats van een enkel gat aan de voorkant had deze camera 20.000 gaatjes, die zo waren geplaatst dat ze geen enkele symmetrie vertoonden. Uit het beeld kon met grote precisie de positie aan de hemel worden bepaald.
Integral
Nu BeppoSax niet meer werkt, nemen astronomen waar met de op 17 oktober dit jaar gelanceerde ESA-gammastralingsatelliet Integral. Integral is een afkorting voor International Gamma-Ray Astrophysics Laboratory. De in een langerekte baan om de aarde opererende telescoop gaat eveneens gammastraling uit de ruimte opsporen. Integral is de meest gevoelige gammastralingstelescoop die ooit is gelanceerd. Verwacht wordt dat het instrument ook zeer zwakke bronnen opspoort, die zich aan het uiteinde van ons heelal bevinden. Integral heeft vier instrumenten aan boord die elkaar aanvullen. Ze nemen de hemel waar in verschillende golflengten en zullen daardoor een volledig en nauwkeurig beeld geven van elk bestudeerd hemellichaam.