Het poolijs verdwijnt
Miljoenen jaren waren er op de noordpool en de zuidpool permanente ijskappen. Maar de bovenkant van aardbol is heel erg aan het veranderen. Nieuwe satellietonderzoeken laten zien dat het zee-ijs van de Noordelijke IJszee smelt en zo steeds dunner wordt.
Uit satellietfoto’s van augustus 2006 blijkt dat er grote gaten zitten in het permanente zee-ijs. Ze beslaan een gebied van het eiland Svalbard via de Russiche IJszee helemaal tot de Noordpool - een gebied groter dan de Britse eilanden.
Radarbeelden van ESA’s Envisat laten openingen in het ijs zien als donkergrijze en zwarte vlakken. Op de Aqua-satelliet van NASA zijn gebieden met gebroken ijs geel, oranje en groen. In totaal werd zo'n vijf tot tien procent van het ijs dat de zomer overleefde door de stormen in augustus uit elkaar geslagen.
“Deze situatie heeft zich nog nooit eerder voorgedaan in seizoenen met extreem weinig ijs”, zegt Mark Drinkwater van ESA’s Oceans/Ice Unit.
Volgens Drinkwater is de ijslaag in zoveel stukken gebroken dat een schip gemakkelijk van de Siberië naar de Noordpool kan varen. Normaal is dat onmogelijk. De zee begint pas sinds een paar weken weer dicht te vriezen.
De afgelopen 25 jaar hebben satellieten gezien dat het poolijs in het smeltseizoen in de zomer steeds dunner wordt. Begin jaren '80 bedekte het ijs aan het eind van de zomer zo'n acht miljoen vierkante kilometer. Vorig jaar was dit minder dan 5,5 miljoen vierkante kilometer. Deze veranderingen komen volgens wetenschappers vooral door het opwarmen van de aarde.
Laatst aangepast 01 april 2010