Navigatie
Het hebben van heel goede satellietnavigatiesystemen (zoals degenen in auto’s die de weg wijzen) heeft ons dagelijks leven op heel veel manieren veel beter gemaakt. Ze worden gebruikt voor het controleren van luchtverkeer, scheepvaart en wegtransport. Satellieten helpen ook reddingswerkers en hebben onze mogelijkheden om rampen zoals aardbevingen en overstromingen te coördineren verbeterd.
Tot nu toe moest Europa het GPS-systeem voor satellietnavigatie gebruiken. Dat is door het Amerikaanse leger gemaakt. Er wordt nu een nieuw systeem gemaakt met de naam Galileo, waarmee Europa zijn eigen satellietnavigatiesysteem krijgt.
Galileo wordt vooral belangrijk voor transport over land, over zee en door de lucht. Het verbetert hoe transport werkt en zorgt dat het veiliger en comfortabeler wordt. We kunnen Galileo vanaf 2013 gaan gebruiken. Het bestaat uit een groep van 28 satellieten die op een afstand van iets meer dan 23.000 kilometer rond de aarde draaien.
Laatst aangepast 21 juli 2010