Artemis tegen eind januari op post
De recuperatie van de ESA-communicatiesatelliet Artemis is in zijn laatste fase aanbeland. Tegen eind januari moet Artemis in zijn definitieve geostationaire baan zijn aangekomen.
De ionenmotor aan boord van Artemis blijft stabiel en efficiënt werken en zorgt ervoor dat de baan van Artemis elke dag meer dan 15 kilometer hoger komt te liggen. Na de hectische en opwindende operaties, nodig voor de recuperatie van de satelliet de dagen na de lancering, volgde een meer geleidelijke vooruitgang, geleverd door de ionenvoortstuwing van de Artemis.
Voor wie niet vertrouwd is met satellietoperaties moet dit wel overkomen als een bijzonder eentonige activiteit, waarbij er niet zo heel veel gebeurt. Maar voor de operatoren en ingenieurs, die instaan voor het langzaamaan verhogen van de baan, is niets minder waar.
Grote werkdruk
Sinds de ionenmotor van Artemis met een bijna onmerkbare stuwkracht in februari de baan van de kunstmaan begon te verhogen, is de werkdruk bijzonder groot geweest. Bijna elke week waren er nieuwe problemen die om een oplossing vroegen. Meestal ging het om kleine problemen, maar ze moesten wel telkens onderzocht worden. Soms moest daarbij de motor effectief afgezet worden, wat voor vertragingen zorgde.
De operatoren moesten niet alleen de ionenmotor nauwgezet in de gaten houden en zijn prestatie optimaliseren. Ze bekeken ook verschillende technieken om de standregeling van de satelliet te controleren en de ionenmotor zo efficiënt mogelijk te gebruiken. De opeenvolgende aanpassingen, waaronder het regelmatig updaten van de kritische parameters en het onderhouden van de contacten met de grond, zorgden voor een gestage maar aanzienlijke hoeveelheid werk op de achtergrond.
Eclips
In oktober verliet de satelliet het derde en laatste zogenaamde eclipsseizoen sinds zijn lancering. Tijdens een eclips verbergt de schaduw van de aarde de zon gedurende twee uur tijdens elke baan van Artemis rond de aarde. Omwille van de energievoorziening en de standregeling van de satelliet, moet hij dan van voortstuwingsmodus naar een modus overschakelen waarbij hij naar de aarde is gericht. De ionenmotor moet dan worden uitgeschakeld. Al deze manoeuvres nemen tijd en de nodige moeite in beslag.
Maar nu al deze problemen achter de rug zijn richten de operatoren nu hun aandacht naar de aankomst van Artemis in zijn definitieve geostationaire baan en zijn eerste opdrachten, eenmaal hij op post is.
Op naar een geostationaire baan
Wanneer de satelliet zich nog slechts enkele honderden kilometer onder de geostationaire Op naar een geostationaire ring bevindt, duurt het voor de satelliet verschillende weken om eenmaal rond de aarde te ‘drijven’. Deze drift van Artemis moet zo afnemen dat hij op de gewenste lengte (21,5 graden oost) arriveert juist op het ogenblik dat hij zijn geostationaire baan bereikt. Anders zou hij zijn doel voorbijschieten.
Deze baancorrecties gebeuren met behulp van kleine chemische stuwraketjes, die op 3 december voor het eerst sinds de lancering werden aangezet. Gedurende de laatste week van januari zijn nog twee dergelijke baancorrecties gepland. Daardoor wordt de drift van de satelliet tot een paar graden per dag afgeremd terwijl de satelliet de laatste keer over Europa passeert en in zijn definitieve positie in een geostationaire baan komt.
Tien jaar
Dat zal een bijzonder emotioneel ogenblik zijn. Na de lange ionenvoortstuwing zal de satelliet naar de aarde gericht worden voor de rest van zijn operationele levensduur. Het netwerk van grondstations over de hele wereld zal dan opdrachten aan de satelliet kunnen doorgeven.
Eenmaal op post zal Artemis zoals oorspronkelijk voorzien zijn basismissie kunnen uitvoeren. Hoewel er nog voldoende chemische brandstaf aan boord is om de satelliet nog tien jaar te laten werken, onderzoekt men momenteel hoe de ionenmotor zo goed mogelijk kan worden gebruikt.
Gebruikers
Als alles meezit zal Artemis zijn definitieve positie bereiken juist op een ogenblik dat heel wat gebruikers daarop zitten te wachten. Na een uitvoerige controle van de nuttige lading aan boord van Artemis met de testfaciliteiten in het grondstation van Redu (provincie Luxemburg) wordt de satelliet vrijgegeven voor zijn eerste gebruikers, namelijk SPOT-4, Envisat, Egnos en Eutelsat.
Er zal ook een test worden uitgevoerd met de aardobservatiesatelliet Adeos-2 van de Japanse ruimtevaartorganisatie NASDA. Andere toekomstige gebruikers van Artemis zijn onder meer ATV (Automated Transfer Vehicle) en Columbus, twee belangrijke Europese elementen van het International Space Station.
Tijdens de recuperatie van Artemis vonden een aantal unieke primeurs plaats: de eerste optische verbinding tussen satellieten in een baan om de aarde, de eerste belangrijke herprogrammatie van een telecommunicatiesatelliet, het eerste gebruik van ionenvoortstuwing om een satelliet in zijn juiste baan af te leveren en de langste operationele drift van een satelliet in zijn baan ooit. Maar daarnaast is Artemis een unieke gelegenheid om de toekomstige Europese dienstverlening op het vlak van gegevensdoorsturing te promoten en te stimuleren. Deze ongelooflijke missie heeft nog een veelbelovende toekomst voor zich.