Maanfasen
Miljoenen jaren geleden stond de Maan veel dichterbij en groter aan de hemel. Zij draaide ook veel sneller om haar as. Langzamerhand nam die snelheid af. Tegenwoordig draait de Maan in 27 dagen om haar as, even lang als de omlooptijd rond de Aarde. Dat betekent dat we altijd dezelfde kant van de Maan zien. De achterkant blijft altijd uit zicht.
De Maan zelf geeft geen licht. Het maanlicht dat we zien is weerkaatst zonlicht. Net als de Aarde, is de helft van de Maan verlicht (dag) en de andere helft in duister gehuld (nacht). Soms zien we de dagzijde helemaal - dat noemen we 'volle Maan'.
Soms zien we niet meer dan een krom streepje licht: de 'wassende' Maan. Soms zien we helemaal niets van de Maan, omdat we dan naar de nachtzijde kijken. Dat is de 'nieuwe Maan'.
Mensen zijn altijd geboeid geweest door het verloop van de Maan, van een dun streepje licht naar volle Maan en weer terug. Die 'fasen' ontstaan doordat de Maan rond de Aarde draait. Omdat de Aarde tegelijkertijd ook rond de Zon draait, worden de fasen elke 29½ dagen herhaald. Deze 'maand' wordt al duizenden jaren over de hele wereld gebruikt om de tijd te meten.
Laatst aangepast 20 december 2004