ESAEducationHoofdpaginaWeer en klimaatOpwarming van de AardeNatuurrampen
   
Kustverandering
DonaudeltaOlievlekken
Ontbossing
Nationaal park BardiaBassin van de CongorivierOlifantenreservaat Kaming SonitpurKilimanjaroRondoniaShillong en Guwahati
Ijs
Antarctica 2003Gletsjers analyseren met radarbeeldenKlimaatverandering en gletsjersTerugtrekken van gletsjers in de AlpenStroming van gletsjerijsObservatie van gletsjers in de HimalayaRemote sensing van ijs en sneeuw
Verstedelijking
CaïroCordobaKathmanduHimalayaKathmanduvalleiLagos
Vegetation
Beschermd natuurgebied AnnapurnaSpoorloos in de AndesNgorongoro Conservation AreaBinnendelta van de NigerZuid-Amerika
 
 
 
 
 
printer friendly page
Geologie en bodem
 
De Himalaya wordt meestal verdeeld in:
  • Terai, het noordelijke deel van de Indus-Gangesvlakte. De Terai strekt zich bijna 800 kilometer uit van oost naar west en ongeveer 30-40 kilometer van noord naar zuid. De gemiddelde hoogte is 750 meter, inclusief het Teraigebied, Bhavar Terai en Binnen-Terai.

  • Siwalik, dat meestal de Churiaheuvels wordt genoemd. De hoogte in de Siwalik varieert van 700 tot 1500 meter.

  • Het middengebergte, ook wel de Mahabharatbergen genoemd. De hoogte van dit gebied varieert van 1500 tot 2700 meter. De middenbergen worden op veel plekken onderbroken door antecedente rivieren zoals Kosi, Gandaki (Narayani), Karnali en Mahakali. Ze zijn het eerste grote obstakel voor moessonwolken en de grootste hoeveelheid neerslag valt op de zuidelijke hellingen van deze bergen.

  • Het hooggebergte, van 2200 tot 4000 meter. Dit gebied bestaat uit fylliet, schist en kwartsiet en de grond is over het algemeen ondiep en bestand tegen verwering. Het klimaat is koel en gematigd.

  • De Grote Himalaya, van 4000 tot boven de 8000 meter. In dit gebied bevinden zich acht van de hoogste bergtoppen ter wereld en de diepste kloof ter wereld (5791 meter in de Kali Gandaki-vallei). Het klimaat is alpien en de sneeuwgrens ligt op 5000 meter in het oosten en 4000 meter in het westen.

  • Transhimalaya en het Tibetaans hoogland. Dit zijn gebieden ten noorden van de grote bergen van de Himalaya, zodat de moessonregen hier moeilijk binnenkomt. Het gebied heeft een droog, woestijnachtig klimaat.
 
 
Het nationaal park Bardia omvat een klein stuk Terai en een deel van de Churiaheuvels. Het is een complexe geologische structuur met drie goed te onderscheiden kenmerken. De Churiaheuvels komen uit het late Tertiair en bestaan uit fijn zandsteen met stukken klei, samengeklonterd schalie en zoetwaterkalksteen. Het is het meest dynamische en jongste deel van het Himalayasysteem en is daarom bepalend voor het grondtype van het park. Bhabar bestaat uit rolstenen, keien, grind en grof zand, ingesloten in slib en klei. Het laagland van Terai is gevormd door slib uit de Ganges en bestaat uit slib, klei, zand, keitjes en grind. De overstromingsvlakte van de rivier bestaat uit vruchtbare grond, terwijl de bodem in de heuvels vanwege erosie niet erg vruchtbaar is.
 
 
Blokprofiel Nepal
 
 
Rivieren en afwatering
 
Het water in het park wordt afgevoerd door twee grote rivieren, Karnali en Babai, en hun zijrivieren. In het laagland van Terai is de Karnalirivier in een heleboel rivierlopen verdeeld.
 
 
 


Nationaal park Bardia
IntroductieLiggingWeer en klimaatMensen en nederzettingen
Oefeningen
WerkbladintroductieOverzicht – op papier werkenOverzicht Bardiagebied - BeeldverwerkingLandschap en veranderende landbedekking in de overstromingsvlakte van KarnaliEvaluatie van geschiktheid habitat voor de neushoorn in Bardia
Eduspace - Software
LEOWorks 3ArcExplorer
Eduspace - Download
bardia.zipbardia_paperprints.zip
Links
Nuttige links
 
 
 
   Copyright 2000 - 2014 © European Space Agency. All rights reserved.