Oefening 3 – Annapurna I-gebied - Vervolg
Page 12
|  | Landsat TM-afbeelding van het gebied rond Annapurna I | |
We beginnen met de sneeuw en de gletsjers.
Open de volgende drie afbeeldingen in LEOWorks:
anapurna_landsat_2000_Top_band_2.tif,
anapurna_landsat_2000_Top_band_4.tif, en
anapurna_landsat_2000_Top_band_5.tif
Om de afbeelding met valse kleuren te maken gebruiken we Afbeelding>Combineren uit>[Rood Groen Blauw] en selecteren we banden 4, 5 en 2.
Kijk naar de afbeelding met valse kleuren. Welke kleur geeft de gebieden aan die door ijs en sneeuw zijn bedekt? Hoe zit het met kale rotsen en vegetatie? Vergelijk dit met de 3-2-1-combinatie die je eerder hebt geopend.
IJs en sneeuw zijn gemakkelijk te herkennen aan hun kleur, die tussen magenta en violet ligt. Kale rotsen zien er groen uit en vegetatie heeft een rood-groene tint.
Nu concentreren we ons op de belangrijkste gletsjers die in de afbeelding te zien zijn, die van het bergmassief in een zuidwestelijke richting stromen.
Hoe ver strekt de gletsjer zich uit en waar begint de morene?
Hoewel de structuur onderin de vallei erg lijkt op wat we van een gletsjer zouden verwachten, laat de afbeelding met valse kleuren zien dat dat niet klopt - in dat gebied is geen ijs! We zien twee kortere ijstongen die de vallei vanuit het noorden en het westen binnenkomen, maar ze eindigen met relatief scherpe randen.
Laten we nu de lengte van de morene meten met Afbeelding>Meetinstrument van LEOWorks.
Hoeveel van de oorspronkelijke lengte van de gletsjer is nog over? Wat is de typische vorm van de dwarsdoorsnede van de valei die eerder door een gletsjer is opgevuld?
Welke gevolgen kan het krimpen van gletsjers hebben voor de leefbaarheid van het terrein en voor het toerisme?
We hebben al gezien dat de bandcombinatie 4-5-2 de vegetatie niet zo goed laat zien, en hetzelfde geldt voor de bandcombinatie 3-2-1, vooral in deze bergomgeving met relatief weinig vegetatie.
Daarom vergelijken we twee verschillende methoden met elkaar – de eerste is de 4-3-2-bandcombinatie, en de tweede is de Normalized Difference Vegetation Index (NDVI).
Open de afbeelding anapurna_landsat_2000_2_band_432.tif in LEOWorks.
Selecteer een paar overgangszones tussen gletsjers en kale gebieden in deze afbeelding met behulp van de 4-5-2-bandcombinatie.
In welke bandcombinatie is het onderscheid tussen ijs en sneeuw en rotsen beter te zien?
Bij de volgende stap identificeer je gebieden met vegetatie. Denk eraan dat die er in de 4-3-2-bandcombinatie rood uit zien.
Waar in de afbeelding vinden we vegetatie?
Vergelijk dit met de 4-5-2-bandcombinatie. Waar is het eenvoudiger om vegetatie te identificeren?
Kijk naar de 4-3-2-bandcombinatie. Kun je verschillende klassen van intensiteit van vegetatie onderscheiden? Wat is het verband met de hoogte?
Nu bepalen we de intensiteit van vegetatie met behulp van de NDVI.
Open de volgende afbeeldingen in LEOWorks:
anapurna_landsat_2000_Top_band_4.tif en
anapurna_landsat_2000_Top_band_3.tif
We selecteren Afbeelding>Rekenen. In het dialoogvenster dat nu opent selecteer je band 4 als de eerste afbeelding, band 3 als de tweede afbeelding en NDVI als de rekenmethode.
Hoe ziet de resulterende afbeelding eruit?
Natuurlijk moeten we de afbeelding verbeteren om iets te kunnen zien. Dat doen we met behulp van Verbeteren>Interactief uitrekken. Verschuif de kleurenbalken vanaf de linker- en rechterkant van het histogram naar het midden tot de donkerste plekken zwart zijn en de helderste plekken wit.
Welke delen van de afbeeldingen zijn het helderst? Vergelijk dit met de 4-3-2-bandcombinatie.
Helder grijs en wit wil zeggen dat er vegetatie is. Waar kunnen we dit vinden? Wat gebeurt er met de vegetatie als de gletsjers blijven krimpen?
Page12
| 
