MetOp
Meteorological Operational satellietprogramma (MetOp) Het Meteorological Operational satellietprogramma (MetOp), dat is opgezet door ESA en de European Organisation for the Exploitation of Meteorological Satellites (EUMETSAT) bestaat uit een reeks van drie polaire satellieten die worden gebruikt om het klimaat te bestuderen en weersvoorspellingen te verbeteren. Het vormt het ruimtesegment van EUMETSAT's Polar System (EPS).
De eerste satelliet van de reeks, MetOp-A, is gelanceerd op 19 oktober 2006 en vervangt een van de twee satellieten die eerder door NOAA werden bediend. Het is de eerste Europese satelliet in een polaire baan die speciaal is bedoeld voor operationele meteorologie. De verantwoordelijkheden voor de meteorologische satellietdiensten die MetOp biedt, worden gedeeld door de VS en Europa.
MetOp-A is ontworpen om samen te werken met het NOAA-satellietsysteem. Samen zorgen de twee reeksen satellieten voor wereldwijde dekking. De gegevens die door alle satellieten worden verzameld worden door NOAA en EUMETSAT gedeeld en uitgewisseld. De polaire baan van MetOp-A is zonsynchroon, zodat de satelliet altijd op dezelfde lokale tijd langs dezelfde plek op aarde komt, in dit geval halverwege de ochtend. NOAA blijft de satellietdienst voor de baan halverwege de middag bedienen, als onderdeel van het Polar Orbit Environmental Satellites (POES-) systeem.
Satellieten die een polaire baan hebben werken op een lagere hoogte – meestal 800 kilometer in plaats van 36.000 kilometer bij een geostationaire satelliet – en kunnen de aarde gedetailleerder observeren. Dit wereldwijde observatiesysteem geeft gebruikers buitengewoon waardevolle meteorologische gegevens vanuit een polaire baan, binnen 2 uur en 15 minuten nadat de metingen zijn gedaan. Regionale gebruikers kunnen gegevens in real time ontvangen.
Dankzij een reeks geavanceerde instrumenten biedt MetOp-A gegevens met een ongekende nauwkeurigheid en resolutie voor een enorm aantal verschillende variabelen zoals temperatuur en vochtigheid, windsnelheid en –richting op het oceaanoppervlak en concentraties van ozongas en andere spoorgassen. Het is dus een enorme stap voorwaarts op het gebied van wereldwijde weersvoorspelling en klimaatobservatie.
Daarnaast biedt deze nieuwe weersatelliet beelden van land- en oceaanoppervlakken en middelen om schepen en vliegtuigen die in de problemen zitten te vinden en te helpen. Er is ook een systeem aan boord om gegevens door te geven. Dit zoekt verbinding met boeien en andere apparaten die gegevens verzamelen.
Vijf van de instrumenten die aan boord zijn, zijn Europese instrumenten van een nieuwe generatie. De andere zijn beproefde instrumenten die zijn geleverd door NOAA en de Franse ruimtevaartorganisatie CNES.
De volgende MetOp-satellieten worden volgens planning elke vijf jaar gelanceerd om minstens tot 2020 te zorgen voor voortdurende wereldwijde meteorologische gegevens van hoge kwaliteit.
|