In den beginne
Levende wezens ademen, eten, groeien en krijgen nakomelingen. Ze variëren van de meest simpele, ééncellige bacteriën tot planten, vogels, dieren en mensen. De Aarde is de enige wereld die we kennen waar leven mogelijk is. Niemand weet hoe het leven is begonnen. Kennelijk moeten daarvoor bepaalde chemische stoffen samenkomen. Maar waarom die chemische stoffen nu veranderen in levensvormen is een raadsel.
Uit onderzoek van heel oude rotsen blijkt dat het leven op Aarde ongeveer 3800 miljoen jaar geleden is begonnen. In die tijd was de Aarde nog heel onherbergzaam. De lucht was dicht en giftig. Het regende kometen en meteorieten.
De jonge aarde was een waterwereld met maar kleine stukjes droog land. Veel wetenschappers denken dat het leven in de meren en oceanen is begonnen. Veel van de ingrediënten waarmee het leven is begonnen zijn hier misschien door kometen en meteorieten heen gebracht.
Bliksem en ultraviolet licht van de zon heeft misschien de waterstofrijke gassen in de atmosfeer gesplitst. Er is mogelijk ook energie gekomen van heetwaterbronnen op de zeebodem, zogenaamde ‘zwarte rokers’. In de loop der tijd verbonden de eenvoudige chemicaliën zich en vormden ze grotere, complexere chemicaliën. Toen deze chemicaliën zich in de oceanen of meren gingen verzamelen vormden ze een ‘oersoep'. Op een dag gebeurde er een ongelukje. Een molecuul begon zichzelf te kopiëren. De Aarde was tot leven gekomen.
Laatst aangepast 19 januari 2011
