| Belangrijkste ecosystemen
Bossen Tropische wouden maken ongeveer 40% uit van alle bossen op aarde en bevatten rond de 60% van alle bosbiomassa. Het tropische regenwoud in Zuid-Amerika beslaat ongeveer 22% van de totale hoeveelheid bossen op aarde. Ze zijn economisch heel belangrijk voor handelsactiviteiten en levensonderhoud.
Van het in oorsprong 100 miljoen hectare grote Atlantische regenwoud in Brazilië is nog slechts 4% ongerept. De hoge ontbossingsgraad is ook in Argentinië een probleem. Dat geldt met name voor de subtropische regio's Parana en Gran Chaco, en de bossen in de Patagonische Andes en australe zones.
De conversie van tropisch bos in grasland heeft gevolgen voor het klimaat doordat oppervlak en de bodem opwarmen, de dagtemperatuur gaat schommelen en evapotranspiratie afneemt. Grootschalige boskap kan negatieve gevolgen hebben, zoals een verminderde afwatering van het rivierstelsel van de Amazone.
| | | Deze Envisat-opname laat het zuiden van Argentinië zien | Natuurlijke weidegronden Natuurlijke weidegronden zijn grasland, struikgewas, savannen en hete en koude woestijnen. Samen beslaan ze 33% van het Zuid-Amerikaanse continent. De productiviteit en soortsamenstelling op natuurlijke weidegronden hangen allebei samen met de hoeveelheid neerslag, die zeer uiteenlopend verdeeld is over de seizoenen.
De weidegronden zijn geschikt voor herdersactiviteiten, landbouw voor eigen gebruik en commerciële veehouderij. Iedere verandering in de omvang van geschikte graslanden heeft enorme economische gevolgen, gelet op de schaal van de veeteelt in tropische en gematigde graslandgebieden. Woestijnen Een woestijn is buitengewoon droog als er jaarlijks minder dan 100 mm neerslag valt. Grote delen van Peru, Atacama en Patagonië worden gekenmerkt door dit type woestijn. Deze gebieden zijn de habitat van een groot aantal soorten en kennen een hoge mate van endemie. Bergecosystemen en cryosfeer De bergketens in Zuid-Amerika zijn bepalend voor het klimaat, de waterkringloop en de biodiversiteit. Bergstreken staan bloot aan extreme weers- en klimaatverschijnselen, zoals sterke schommelingen in temperatuur en neerslag. De cryosfeer wordt gevormd door de gletsjers in het Andesgebergte, de Patagonische ijsvelden (tussen 47° en 52°Z) en het ijsveld van Darwin op Vuurland (54°Z). De sneeuwval 's winters hoog in de Andes is van vitaal belang voor bewoners van centraal Chili en grote bevolkingsgroepen in Argentinië die voor hun bestaan vrijwel volledig afhankelijk zijn van smeltwater. Hydrologie, waterbronnen en zoetwatervisserij Ongeveer 35% van de zoetwatervoorraden op aarde bevinden zich in Zuid-Amerika maar de omvang per land loopt sterk uiteen. In veel streken, zoals Noordoost-Brazilië, langs de kust van Peru en in het noorden van Chili, is nauwelijks voldoende water om in de behoefte te voorzien. Ongeveer twee derde van Zuid-Amerika is aride of semi-aride, waaronder grote delen van Argentinië, Bolivia, Chili, Peru, Noordoost-Brazilië, Ecuador en Colombia. Wetlands komen op het hele continent voor maar op meer uitgebreide schaal in de tropische en subtropische streken. Landbouw In Zuid-Amerika ligt ongeveer 23% van alle beschikbare landbouwgrond op aarde maar minder dan 10% van het totaal is akkerland, weidegrond niet meegerekend. Menselijke nederzettingen Zuid-Amerika is het meest verstedelijkte continent. Er zijn stedelijke nederzettingen van zeeniveau tot in de bergen op hoogten boven 3000 meter. Bijgevolg lopen de geografische en topografische condities breed uiteen.
In sommige landen is sprake van belangrijke migratiebewegingen. Veelal worden droge, arme plattelandsgebieden verlaten voor de moderne, goed ontwikkelde steden. Die bieden meer kans op werk, hoewel er rond de steden vaak een gordel van armoede ontstaat.
In berggebieden leven honderdduizenden mensen in precaire behuizingen op hellingen met gevaar voor aardverschuivingen (bv. Rio de Janeiro, Medellin, Sao Paulo). In de afwateringsvalleien van rivieren en stromen huizen talloze arme migranten in favelas (Brazilië), barriadas (Peru) en villas miseria (Argentinië). Overstromingen en aardverschuivingen gaan ten koste van welzijn en gezondheid van armere bevolkingsgroepen. | |