| | | | |
| | | | |
|
Kustverandering DonaudeltaOlievlekkenOntbossing Nationaal park BardiaBassin van de CongorivierOlifantenreservaat Kaming SonitpurKilimanjaroRondoniaShillong en GuwahatiIjs Antarctica 2003Gletsjers analyseren met radarbeeldenKlimaatverandering en gletsjersTerugtrekken van gletsjers in de AlpenStroming van gletsjerijsObservatie van gletsjers in de HimalayaRemote sensing van ijs en sneeuwVerstedelijking CaïroCordobaKathmanduHimalayaKathmanduvalleiLagosVegetation Beschermd natuurgebied AnnapurnaSpoorloos in de AndesNgorongoro Conservation AreaBinnendelta van de NigerZuid-Amerika
| | | | | | De dynamiek van gletsjers
Afbeelding van de ijsstroming van het accumulatiegebied naar het ablatiegebied De dynamiek van een gletsjer wordt grotendeels bepaald door de volgende processen:
- accumulatie van sneeuw en ijs in de hogergelegen delen van de gletsjer,
- neerwaartse stroming van dit ijs naar de lagergelegen delen van de gletsjer,
- ablatie van het ijs, en
- afvloeiing van gesmolten ijs of atmosferisch transport van verdampt ijs/water.
Veranderingen in lengte en oppervlak van een gletsjer worden bepaald door veranderingen in een of meer van deze processen.
| | ASTER-satellietopname van 29 mei 2002 | | Accumulatie betreft alle processen die leiden tot een plaatselijke toename van de gletsjermassa. De geaccumuleerde sneeuw wordt omgezet in firn (oude en samengedrukte sneeuw) en uiteindelijk in ijs. Ablatie betreft alle processen die leiden tot plaatselijke afname van de gletsjermassa. Omdat onder stabiele omstandigheden de accumulatie en ablatie van de gletsjermassa doorgaans in evenwicht zijn, stroomt het ijs langzaam van het accumulatiegebied in de richting van het ablatiegebied.
| | | Animatie van twee ASTER-satellietopnamen van de gletsjer in de ASTER-afbeelding | Veranderingen in lengte en oppervlak van een gletsjer kunnen het gevolg zijn van een gewijzigde accumulatie en ablatie. Als bijvoorbeeld de ablatie toeneemt (meestal doordat er meer ijs smelt als gevolg van atmosferische opwarming) en de accumulatie gelijk blijft, neemt de ijsstroming af en krimpen lengte en oppervlak van de gletsjer. Daarentegen zal bij toenemende accumulatie en gelijkblijvende ablatie de ijsstroming toenemen en de gletsjer langer en groter worden. Afvloeiing is het water van gesmolten gletsjerijs en sneeuw dat van de gletsjer wegstroomt. Daardoor verliest de gletsjer massa.
Er zijn twee hoofdvormen van ijsstroming: ijsdeformatie en verglijding van de gletsjer. Samen zijn deze twee vormen verantwoordelijk voor het totale ijstransport in een gletsjer. | | Close-up van animatie | | Om te begrijpen wat ijsdeformatie is, zou je de vergelijking kunnen maken met een pudding. IJs is namelijk net als een pudding een viskeus medium. Als je het bord langzaam kantelt, zal de pudding onder invloed van de zwaartekracht gaan stromen en 'deformeren'.
Het verglijden van een gletsjer houdt in dat de gletsjer langzaam omlaag glijdt over de aflopende bodem van rotsen of puin. In de meeste gletsjers is het verglijden belangrijker dan de interne deformatie. Door het water onder de gletsjer en de daarmee samenhangende waterdruk neemt de wrijving van de gletsjer af, waardoor verglijden beter mogelijk is. Er zijn gevallen waarin een gletsjer door de toegenomen waterdruk destabiliseert en plotseling tijdelijk sneller gaat stromen. Vragen Gletsjers zijn zeer gevoelige systemen. Een kleine verandering in één enkele parameter kan al enorme gevolgen hebben voor de gletsjer zelf. Beschrijf wat er gebeurt wanneer:
- de accumulatie groter is dan de ablatie
- de ablatie groter is dan de accumulatie
- de gemiddelde luchttemperatuur toeneemt
- de gemiddelde luchttemperatuur afneemt
Denk bij de beantwoording van deze vragen aan de volgende processen: accumulatie, ablatie, stroming, krimp en groei van gletsjers, en afvloeiing. | |
| | Stroming van gletsjerijs InleidingAchtergrond Multitemporale beeldcorrelatieOefeningen WerkbladinleidingOefening (met LEOWorks 3)Eduspace - Software LEOWorks 3Eduspace - Download ASTER.zipGoogleEarth file
|