Columbus
Het Internationale Ruimtestation (ISS) wordt gebruikt voor de uitvoering van een groot aantal wetenschappelijke experimenten. Dankzij de gewichtloze toestand in de ruimte kunnen wetenschappers er veel dingen bestuderen die op aarde niet eenvoudig onderzocht kunnen worden.
Het Columbus-laboratorium is de belangrijkste bijdrage van ESA aan het ISS. Het heeft de vorm van een cilinder van ongeveer 6,5 meter lang en 4,5 meter in doorsnee, en biedt een aangename werkruimte voor maximaal drie astronauten. Langs de muren staan zestien stellingen met experimenten, voorraden en apparatuur.
Die bestaan uit:
- Het Biolab, voor experimenten met celweefsels, en kleine planten en dieren
- Een wetenschappelijk vloeistoflaboratorium, waarin wetenschappers het gedrag van vloeistoffen in gewichtloze toestand bestuderen
- Een opstelling voor onderzoek naar de eigenschappen van metalen
- Modules waar de effecten van de microzwaartekracht op het menselijk lichaam worden bestudeerd
Verder worden experimenten uitgevoerd op platforms buiten Columbus. Sommige platforms worden gebruikt om monsters van uiteenlopende materialen of bacteriën bloot te stellen aan de vijandige omstandigheden in de ruimte. Andere platforms zijn bedoeld voor het maken van opnames van de aarde, de zon of verre sterrenstelsels.
Columbus werd door de Shuttle Atlantis bij het ISS afgeleverd en op 11 februari 2008 aan de Harmony-module gekoppeld. Twee ESA-astronauten, Léopold Eyharts uit Frankrijk en Hans Schlegel uit Duitsland, waren aan boord om het laboratorium te installeren en te activeren. Schlegel maakte twee ruimtewandelingen om te helpen bij de verhuizing naar Harmony. Eyharts bleef ongeveer twee maanden aan boord van het ruimtestation om de systemen van Columbus te testen en aan de eerste wetenschappelijke experimenten te beginnen. Meer informatie over Columbus is te vinden op: www.esa.int/columbus
Laatst aangepast 05 april 2011