Jupiter
Achter de planetoïdengordel ligt Jupiter, de vijfde planeet vanaf de zon. Alles aan Jupiter is groot. Hij is groter dan alle andere planeten samen. De aarde zou er meer dan dertienhonderd keer in passen. Hij weegt ook ruim twee keer zo veel als alle andere planeten samen. Jupiter is dus een enorme reus. Toch draait hij het snelst van allemaal om zijn as. Over één omwenteling doet hij nog geen tien uur.
Jupiter staat vijf keer zo ver van de zon als de aarde. Daarom is het oppervlak heel koud: rond honderdvijfenveertig graden onder nul. Elke dertien maanden ongeveer komt hij dichter bij ons in de buurt. Dan is hij 's nachts heel helder te zien.
Jupiter is een enorme gasbal en heeft dus geen vast oppervlak. De planeet bestaat vooral uit de heel lichte gassen waterstof en helium. Door een telescoop zie je een bewolkte atmosfeer met kleurige gordels en vlekken. Het opvallendst is de zogenaamde Grote Rode Vlek. Daar woedt een enorme storm over een gebied dat een aantal keer zo groot is als de aarde. Die duurt nu al ruim driehonderd jaar achter elkaar.
Rond Jupiter ligt een ijle stofring van ruim honderdduizend kilometer breed. Die werd ontdekt door het ruimtevaartuig Voyager 1. Jupiter heeft ook de meeste manen, drieënzestig volgens de laatste telling.
Vier daarvan zijn heel groot. Die werden in 1610 ontdekt door de Italiaanse astronoom Galileo Galileï. Io heeft honderden vulkanen die het oppervlak bedekken met oranjegele zwavel. Europa heeft een glad ijsoppervlak dat eruitziet als een eierschaal met barsten. Ganymedes heeft lichte en donkere vlekken met groeven en kraters. En Callisto heeft een oeroude korst vol inslagkraters.
Laatst aangepast 26 oktober 2010