Saturnus de gasreus
Saturnus is de zesde planeet vanaf de Zon. Gedacht werd dat Saturnus de verste van alle planeten was, tot de telescoop werd uitgevonden.
Alleen Jupiter is nog groter dan Saturnus, die voornamelijk bestaat uit de lichte gassen waterstof en helium. De Aarde past 764 keer in Saturnus, maar de gasreus is maar 95 keer zwaarder dan onze wereld van rots en steen. Als we alle planeten in een grote plas water konden leggen, zou alleen Saturnus blijven drijven.
Ondanks zijn grootte heeft Saturnus nauwelijks tien uur nodig om een keer rond zijn as te draaien. De draaisnelheid is zo hoog, dat de planeet aan de evenaar een beetje uitpuilt, waardoor je de indruk krijgt van een platgedrukte bal.
Door een telescoop zie je een bleekgele Saturnus. De planeet heeft geen vast oppervlak, dus wat we zien zijn wolken in de vorm van lichte en donkere banen. Die wolken worden voortgedreven door zeer sterke winden. Veel van de warmte die deze winden aanwakkert, komt uit het binnenste van de planeet. Boven de wolkentoppen ligt een vlak, schijfvormig stelsel van ringen. Veel van wat we over Saturnus weten komt van de NASA-ESA Cassini-Huygens-missie. De Cassini-orbiter draait sinds 1 juli 2004 in een baan rond die planeet. Hij heeft veel van de manen van Saturnus onderzocht, vooral Titan, die zo groot is als een planeet. Hij heeft ook bijzonder gedetailleerde afbeeldingen en andere gegevens teruggestuurd van de onweersbuien, de duizenden ijzige ringen en het magnetisch veld van Saturnus.
Op 14 januari 2005 landde de Europese sonde Huygens zachtjes op het verborgen oppervlak van Titan. Dit was de eerste zachte landing op een satelliet van een andere planeet (naast onze maan). De oranje maan Titan bleek een vreemde, ijzige wereld te zijn waar methaanregen de meren en rivieren vult.
Laatst aangepast 19 januari 2011