Shake, Rattle and Roll
Het heelal is een extreem "agressieve" omgeving. Ruimtevaartuigen moeten extremen kunnen doorstaan van hitte en kou, straling, magnetische velden, meteorieten, schroot van andere ruimtevaartuigen en het ontbreken van lucht.
Omdat ruimtevaartuigen duur zijn, zowel om te bouwen als om te lanceren, is het wenselijk dat ze zo lang mogelijk meegaan. Om er zeker van te zijn dat satellieten in de ruimte vele jaren meekunnen, moeten zij op de grond een groot aantal tests ondergaan (en daar ook voor slagen!).
Het eerste gevaar dat satellieten moeten overwinnen is het harde lawaai en het schudden tijdens een raketlancering. Dit wordt getest door de satelliet krachtig heen en weer te schudden en te bestoken met geluid dat in een speciale kamer uit enorme luidsprekers komt.
Ten tweede moeten satellieten in de ruimte de extreem hoge en lage temperaturen kunnen doorstaan. Extreme opwarming door de zon wordt nagebootst in een luchtledige kamer vol met krachtige lampen en spiegels. De zeer lage temperaturen worden bereikt door vloeibare stikstof door leidingen in de wanden van de testruimte te pompen.
Om er zeker van te zijn dat de elektrische systemen werken wordt de satelliet in een krachtig magnetisch veld geplaatst dat elektrische storingen kan veroorzaken. Computers houden alles wat tijdens deze beproevingen met het ruimtevaartuig gebeurt, nauwkeurig bij.
Gedurende een periode van een jaar of nog iets langer worden alle onderdelen die samen het ruimtevaartuig vormen, getest en nog eens getest. Als het ruimtevaartuig in elkaar wordt gezet, wordt alles nog een keer getest. Pas dan zijn de ingenieurs er zeker van dat hun product een succes zal zijn zodra het in zijn baan terechtkomt.
Laatst aangepast 03 juli 2012