Urbanisatie – Detectie door middel van omlijning van de stadsgrens
Page12
Deze oefening is in twee delen verdeeld en LEOWorks moet ervoor worden gebruikt. Deel1 Na de visuele evaluatie en interpretatie van deze twee satellietbeelden met hoge resolutie ga je verder met de analyse van de urbanisatie van Lhasa. Je meet de toename van stedelijk gebied in de periode van 1965 tot 2000.
Download de gegevens die je nodig hebt van Himalayas_env3.zip.
De eerste stap is het onderzoeken van de twee multispectrale afbeeldingen van 1 november 1988 en 28 december 2000. Zet LEOWorks aan en open de volgende afbeeldingen: 1988_321.tif, 1988_432.tif, 1988_543 en 1988_753.tif.
1988_321 wil zeggen: een afbeelding uit het jaar 1988 in ware kleuren, band 3 in rood, band 2 in groen en band 1 in blauw. 1988_432 heeft band 4, nabij-infrarood, in rood, enzovoort. Band 5 is infrarood (ongeveer 1,6 μm) en band 7 is ook infrarood (ongeveer 2,2 μm).
Als je de afbeeldingen opent ziet je viewer er als het goed is zo uit:
Verschillende bandcombinaties van ‘Lhasa 1988’ Zoals je ziet hebben de afbeeldingen niet zo veel contrast en het is moeilijk om de verschillende soorten landbedekking van elkaar te onderscheiden. Dat komt doordat de grijswaarden van de pixels in de afbeeldingen erg op elkaar lijken.
Druk op de knop ‘Beeldhistogram’ in je viewer. Er opent een venster waarin het beeldhistogram te zien is.
Het histogram wordt voor elk kanaal van de afbeelding gepresenteerd. Zoals je weet bestaan kleurenafbeeldingen meestal uit drie schermkanalen: een rood, een groen en een blauw schermkanaal.
Het histogram hieronder beschrijft de verdeling van de pixelwaarden (of grijswaarden) van dit kanaal. Omdat dit een 8-bit gegevensset is kunnen de grijswaarden van de afbeelding tussen 0-255 liggen. Dat betekent dat er 256 verschillende mogelijke waarden voor een pixel zijn. 2^8 (2*2*2*2*2*2*2*2 = 256).
Zoals je in het histogram kunt zien ligt het merendeel van de grijswaarden tussen 9 en 128. Als je je muis boven het histogram beweegt verschijnt een dradenkruis en krijg je, in de informatiebox onderin, de waarde (het niveau) en het totaal aantal pixels met deze specifieke waarde (telling) te zien.
Slechts 119 waarden (128-9) van het spectrum van 256 verschillende grijswaarden worden gebruikt. Omdat het voor het menselijk oog nogal moeilijk is om op elkaar lijkende kleuren te onderscheiden, kunnen we de informatie over het hele spectrum van 256 mogelijkheden verspreiden. Beeldhistogram Druk in LEOWorks op Verbeteren>Gelijkstellen histogram. Je kunt het effect direct zien als je op de knop hebt gedrukt. Bekijk het histogram weer na de gelijkstelling. Je zult zien dat het volledige spectrum nu wordt gebruikt en dat de contrasten in het gebied veel beter zijn weergegeven.
Voer deze stap uit voor alle vier de afbeeldingen en vergelijk ze met elkaar.
1. Waarom bestaat een digitaal beeld uit drie schermkanalen? Welke spectrale banden kunnen erachter liggen (zie de drie voorbeelden)?
2. Hoe zou een optimaal histogram eruit zien?
3. WWaarom waren in de originele afbeelding geen contrast en kleuren te zien?
4. Hoe verschillen deze drie bandcombinaties van elkaar?
5. Welke kleur heeft de vegetatie in deze afbeeldingen?
6. Welke kleur hebben stedelijke gebieden in deze afbeeldingen? (Gebruik ‘lhasa_1965’ en ‘lhasa_2000_3m’ om het stedelijke gebied te onderscheiden van de landbouwgrond en dergelijke.)
Nadat je alle verschillende afbeeldingen hebt bekeken die allemaal een andere bandcombinatie laten zien, zul je zien dat de objecten in verschillende kleuren te zien zijn.
De verschillende kleuren in deze afbeeldingen worden veroorzaakt door de verschillende bandcombinaties van de sensor. Deze afbeelding is op 1 november 1988 gemaakt door de Landsat Thematic Mapper. Hij heeft een ruimtelijke resolutie van 28,5 meter en 7 verschillende banden (6 spectrale en 1 thermische).
De spectrale banden worden als volgt beschreven:
Band 1: Blauw
Band 2: Groen
Band 3: Rood
Band 4: Nabij-infrarood
Band 5: Midden-infrarood
Band 6: Thermisch (hier niet beschikbaar)
Band 7: Midden-Infrarood
Page12
|