Oefening 3 – Analyse mutatiesignalering door middel van aftrekfunctie
In dit hoofdstuk gebruik je de functie Beeldberekening in LeoWorks om mutaties in ons studiegebied te signaleren.
Open band 5 van de afbeelding uit 1984 en selecteer de volgende parameters voor de uitsnijding (stap 2, hoofdstuk 3.1 van de LEOWorks-handleiding): Links=260, Rechts=660, Boven=410, Onder=920. Deze subset is gecentreerd op het eiland Sacalin. Herhaal het proces voor band 5 van de afbeelding uit 2000. Gebruik dezelfde uitsnijdingsgrenzen.
Gebruik de Rekenfunctie van LEOWorks (hoofdstuk 3.6 van de LEOWorks 3-handleiding) om band 5 van de afbeelding uit 1984 af te trekken van band 5 van de afbeelding uit 2000. Het resultaat moet er ongeveer zo uitzien:
Band 5 van Landsatafbeelding uit 1984 afgetrokken van band 5 van Landsatafbeelding uit 2000 De afbeelding die als resultaat van het aftrekken is ontstaan is zwart-wit met waarden van 0 tot 255. Aangezien het moeilijk is om in een zwart-witte afbeelding een visuele wijzigingsanalyse te maken, zullen we de afbeelding converteren naar een kleurenafbeelding. Dat doen we met behulp van de LEOWorks LUT-editor. Volg de stappen uit hoofdstuk 4.5 van de LEOWorks 3-handleiding en bewerk het LUT-bereik met de volgende waarden: 0-15 (blauw), 16-135 (groen) en 136-255 (rood).
Om het maximale aantal verschillende kleuren tot 256 te beperken, gebruiken sommige beeldformaten (bijv. 8-bit TIFF) een 8-bit opzoektabel (Look Up Table of LUT). Met deze methode hoef je voor elke pixel alleen een 8-bit index in de kleurenkaart op te slaan in plaats van de volledige 24-bit kleurenwaarde. Formaten van 8-bit kleurenafbeeldingen bestaan dus uit twee delen: een opzoektabel die beschrijft welke kleuren er in de afbeelding aanwezig zijn en de tabel van indexwaarden voor elke pixel in de afbeelding. Band 5 van Landsatafbeelding uit 1984 afgetrokken van band 5 van Landsatafbeelding uit 2000 De resulterende afbeelding moet eruitzien zoals de afbeelding hierboven. In deze afbeelding staat blauw voor water, groen is de nieuwe positie van het eiland in 2000 en rood toont de gebieden waar het eiland is geërodeerd. Nu kunnen wijzigingen op de waterlijn worden geïdentificeerd. Op het vasteland van de delta zijn de wijzigingen een resultaat van andere soorten vegetatie of schommelingen in het waterpeil. Deze methode van aftrekken wordt vooral gebruikt op de grens tussen land en water en geeft een heel goede beschrijving van erosie- of aangroeigebieden. |