Oefening 1 – Beeldinspectie en tekenen van vectoren
Open de Landsatafbeeldingen uit 1984 en 2000 door de stappen te volgen in hoofdstuk 3.1 van de LEOWorks 3-handleiding. Je hoeft van beide afbeeldingen alleen band 5 te openen. Bij deze band kun je goed het verschil tussen land en water zien. Je ziet dat in de afbeelding uit 1984 het eiland in het midden breder lijkt, maar dat het in de afbeelding uit 2000 juist langer lijkt te zijn. We weten dit nog niet zeker, maar we gaan het proberen te bewijzen!
Om de wijzigingen te analyseren kunnen we beginnen met het digitaliseren van de contouren van het eiland in de afbeelding uit 1984. Om dit te doen volg je de stappen in hoofdstuk 7.4 van de LEOWorks 3-handleiding om een polygoon om het eiland te tekenen. Noem de polygoon ‘theme wl_1984 (waterlijn)’. Als deze oefening te moeilijk is kun je een al gemaakt thema openen met de naam Sacalin_1984.shp in de map 'vectoren' (volg stappen 1 tot en met 3 in hoofdstuk 7.3 van de LEOWorks 3-handleiding). Voer de volgende beeldparameters in:
- Transformatiemethode: UTM
- Datumnaam: WGS 84
- Ellipsoïdenaam: WGS 84
- UTM-zone: 35
- UTM-hemisfeer: noord
Het resultaat moet er ongeveer zo uitzien:
Sacalin-waterlijn in 1984, op de afbeelding van dezelfde datum Om de wijzigingen te kunnen zien leggen we nu de contouren van het eiland die we uit de afbeelding van 1984 hebben gehaald op hetzelfde eiland in de afbeelding uit 2000. Volg stappen 1 tot en met 3 in hoofdstuk 7.3 van de LEOWorks 3-handleiding om het thema uit de afbeelding van 1984 op de afbeelding uit 2000 te leggen. Het resultaat moet er ongeveer zo uitzien:
Sacalin-waterlijn van 1984, op de afbeelding uit 1984 (links) en de afbeelding uit 2000 (rechts). (USGS, ASRC)
Welke veranderingen merk je op?
Zijn er delen van het eiland die niet zijn veranderd?
Het eiland is de afgelopen zestien jaar aangetast door erosie in het centrale en noordelijke deel, terwijl het in het zuiden is aangegroeid. Hoeveel meter is erbij gekomen, vergeleken met de eerste positie van kaap Roch? Gebruik voor een nauwkeurig antwoord het meetinstrument, zoals beschreven in hoofdstuk 3.8 van de LEOWorks 3-handleiding.
Van 1984 tot 2000 heeft het eiland zich in het noorden 270 meter teruggetrokken. Dat komt voor de afgelopen zestien jaar overeen met een snelheid van -16,8 m/jaar. In het middelste deel is de waterlijn 480 meter naar het westen verschoven, wat overeenkomt met een snelheid van -30 m/jaar, bijna twee keer zo snel als het noordelijke deel. De positie van kaap Roch, het zuidelijkste puntje van het eiland, is meer dan 1700 meter opgeschoven. Dat betekent dat de aangroeisnelheid meer dan 100 m/jaar was.
Bereken het oppervlak van het eiland in 1984 en 2000. Wat merk je op? Is het oppervlak groter of kleiner geworden?
Oppervlak van het eiland in 1984: 6057192,6 m2 of 6057 km2
Oppervlak van het eiland in 2000: 4870360,6 m2 of 4870 km2
Verschil in oppervlak tussen 1984 en 2000: het oppervlak is de afgelopen zestien jaar -11868320 m2 of -1187 km2 kleiner geworden, met een snelheid van -741770 m2/jaar, of -0,74 km2/jaar.
Vectoren die de waterlijn in 1856 tonen over de afbeelding gelegd die in 2000 is verkregen Het eiland Sacalin is in een brede riviermond gevormd die in de tweede helft van de negentiende eeuw bestond. In 1897 was er een grote overstroming waardoor een aantal eilanden werd gevormd op het deltaplatform bij de monding van Sf. Gheorghe. Om te zien hoe de kustzone er eerder uit zag leg je het thema met de naam wl_1856 over de afbeelding van 2000. Stel de lijnenkleur op wit in zodat je het beter kunt zien.
Welke andere wijzigingen zie je aan de kustlijn?
Identificeer de gebieden met erosie en aangroei. Bereken de maximale snelheid van de erosie en aangroei tussen 1856 en 2000.
In het noordelijke deel van de monding bevindt zich een aangroeigebied dat zich over een lengte van 5,7 kilometer heeft ontwikkeld. Hier heeft de kust zich met een maximum van 47 m/jaar ontwikkeld voor kaap Buival. De snelheid wordt richting het noorden geleidelijk lager. Verder naar het noorden bevindt zich een gebied met sterke erosie en een maximumsnelheid van -106 m/jaar. Ten zuiden van de monding is de situatie vergelijkbaar: aangroei voor de secundaire delta (142 m/jaar) en daarna een gebied met erosie (met een maximale snelheid van -116 m/jaar). Uit het uiterlijk van de kustzone in 1856 kunnen we concluderen dat de kust ooit een barrière-eiland was, vergelijkbaar met het huidige Sacalin, dat in de loop der tijd is geërodeerd.
Maak met de andere thema’s in de vectorenmap andere kaarten met de volgende tijdsintervallen: 1856-1945, 1945-1961, 1961-1984, 1984-2000. Bereken voor elke periode de snelheid van aangroei en afkalving. Probeer daarna de volgende vraag te beantwoorden:
Op welke manier zal het eiland zich volgens jou in de toekomst ontwikkelen?
Landsatafbeelding uit 2000 waarin banden 5, 4 en 3 zijn getoond als rood, groen en blauw
Als de aangroeiprocessen naar het zuiden door blijven gaan zal het eiland onderdeel worden van de delta en een lagune doen ontstaan waar na een tijdje sediment in wordt afgezet. Dan verandert de lagune in moerasgebied. Kijk goed naar de Landsatafbeelding (bandcombinatie 543) en probeer oude eilanden te identificeren die oeverwallen in de delta zijn geworden.
|