De afwas
Het leven in een ruimtestation lijkt een beetje op het leven in de woestijn. Het water is schaars en elke druppel is goud waard.
Het ruimteveer heeft brandstofcellen die door menging van waterstof en zuurstof elektriciteit opwekken. Daarbij ontstaan grote hoeveelheden water als bijproduct. Maar in het Internationale Ruimtestation (ISS) zijn er geen brandstofcellen.
Bijna al het water dat in het ISS wordt verbruikt moet van de Aarde worden overgebracht per ruimteveer of onbemand ruimtetuig, zoals de Russische Progress of de ATV die ESA binnenkort gaat inzetten. Dat gebruiken de astronauten om te drinken en eten klaar te maken.
Anders dan sommige eerdere ruimtestations zijn er geen douches in het ruimteveer en het ISS. De astronauten wassen zich met een vochtige doek met wat zeep. Er wordt ook niet afgewassen. Het gebruikte materiaal wordt samengeperst en weggegooid.
Het water dat nodig is aan boord van het ISS wordt voor een deel onttrokken aan de lucht en geschikt gemaakt voor gebruik. Met een apparaat van Russische makelij kan zo 24 kg water per dag worden gemaakt. Na zuivering is dat water geschikt om te worden gedronken of eten mee klaar te maken.
Uitwerpselen worden niet met water maar met een luchtstroom doorgespoeld. De urine van de astronauten wordt ook gezuiverd en voor gebruik geschikt gemaakt.
Laatst aangepast 01 juli 2010