Gewichtloosheid
Als aardbewoners vinden we zitten, lopen, dingen oprapen en in bed liggen heel gewoon. Maar in de ruimte is dat allemaal niet mogelijk.
Is een ruimtevaartuig eenmaal in een baan rond de Aarde, dan is alles erbinnen gewichtloos. Alles wat niet is vastgemaakt, zweeft dan. En dat geldt ook voor mensen.
De astronauten merken voor het eerst dat ze gewichtloos zijn wanneer de raketmotoren uitgaan. Als hun veiligheidsriem niet vast zat, zouden ze dan zo weg zweven. In hun gewichtloze toestand lijken astronauten supersterk. Ze kunnen dan dingen optillen die op Aarde te zwaar zouden zijn. Maar er zijn ook een paar nadelen.
Is er geen zwaartekrachtwerking, dan beginnen bloed en andere lichaamsvloeistoffen naar het hoofd te stromen. Als astronaut kun je dan een vol gevoel in je hoofd krijgen, of hoofdpijn. Omdat er geen zwaartekracht die inspanning vereist, worden botten en spieren zwakker. Om fit te blijven moeten astronauten daarom dagelijks een paar uur oefeningen doen. Zo zijn ze bij terugkeer op Aarde sneller hersteld.
In een ruimteveer of ruimtestation is er geen boven en beneden. Er is dus ook geen verschil tussen vloer en plafond. Sommige astronauten worden daardoor misselijk, maar dat gaat over zodra ze gewend zijn aan die vreemde situatie.
Laatst aangepast 16 december 2004
