Dwergen en superreuzen
De Zon is een ster. Net als de meeste sterren, is de Zon een bol van zeer heet gas die enorm veel licht, warmte en andere straling afgeeft. Die straling wordt veroorzaakt door nucleaire reacties in de kern van de Zon. Het is alsof er elke seconde miljoenen atoombommen ontploffen.
Er zijn veel verschillende soorten sterren. Rode sterren zijn het minst heet. Zij hebben een oppervlaktetemperatuur van rond de 2500 graden. Blauwwitte sterren zijn het heetst. Zij worden wel 40 000 graden. Gele sterren als de Zon liggen daar tussenin, met oppervlaktetemperaturen van ongeveer 5500 graden.
Sterren verschillen sterk in grootte. De Zon is gemiddeld groot. De Zon verbrandt haar voorraad waterstof vrij langzaam, zodat ze 10 miljard jaar kan blijven schijnen. Sommige sterren zijn veel groter en heter dan de Zon. De rode superreus Antares is 800 keer breder dan de zon. Als hij in het midden van ons zonnestelsel stond zou hij alle binnenste planeten verzwelgen, inclusief de aarde. Net als auto's die veel benzine verbruiken zijn deze superreuzen zeer snel door al hun waterstof en helium heen.
Na ongeveer 500 miljoen jaar sterven ze in een supernova-explosie. De koelste, langzaamst brandende sterren zijn de rode dwergen. Die houden het meer dan 10 biljoen (10 000 miljard) jaar vol. Nog koeler en kleiner zijn de bruine dwergen. Dat zijn zogenaamde 'mislukte sterren'. Ze zijn zo koel – soms maar een paar honderd graden op het oppervlak – dat hun nucleaire ovens nooit beginnen te branden.
Laatst aangepast 19 januari 2011